7.1.2 De geschakelde toestand
Als het target zich in de vrijgavezone bevindt en er geen sensorfout aanwezig is,
worden beide uitgangen A1 en A2 (OSSD's) gedeblokkeerd (logisch "1")�
7.1.3 Karakteristieke gegevens van de uitgang
De karakteristieke gegevens van de uitgang sluiten aan op de karakteristieke
gegevens van de ingang conform EN 61131-2 type 1 of 2:
Logisch "1"
Logisch "0"
De interface voldoet aan interfacetype C klasse 1 conform het ZVEI-document
"Klassifizierung binärer 24-V-Schnittstellen mit Testung im Bereich der Funktiona-
len Sicherheit" (Classificatie binaire 24V-interfaces met test in het bereik van de
functionele veiligheid)�
7.1.4 Kruislingse sluiting/kortsluiting
• Een kruislingse sluiting tussen de beide uitgangen (A1 en A2) wordt door de
veiligheidssensor herkend en leidt tot uitschakeling van de uitgangen (OSSD's)
bij de volgende veiligheidsvraag� De uitgangen A1 en A2 blijven uitgeschakeld,
totdat de fout verholpen is en een spannings-reset is uitgevoerd�
• Een kruislingse sluiting (kortsluiting) tussen de uitgang A2 en de voedingsspan-
ning leidt tot uitschakeling van de andere uitgang A1 bij een veiligheidsvraag�
• Bij stroomloze eindtrap resulteert een terugvoeding > 3,5 V in een storing�
• Het apparaat voert zelftests uit voor de uitschakelmogelijkheid bij A2�
≥ 15 V
≥ 11 V
≤ 5 V
2���15 mA
15���30 mA
Reststroom 0,2 mA
NL
9