Het menu <Programming> van de afstandsbediening
foutieve aanwezigheidsdetectie. Met de functie
ligheid van de aanwezigheidssensor aanpassen.
U kunt de gevoeligheid instellen op:
Instel-
<sensitive>, <normal>, <reduced> en <highly reduced>.
waarden
Bij levering is de aanwezigheidssensor ingesteld op <sensitive>.
Zo stelt u de gevoeligheid van de aanwezigheidssensor in:
1. Selecteer het menu-item <Programming> en bevestig uw keuze met
2. Activeer de programmeermodus door eenmaal op de toets
3. Selecteer met de toets
4. Stel met de toetsen
5. Beëindig de programmeermodus door eenmaal op de toets
8.12 Melder-led aan/uit
De leds op de sensorkop van de aanwezigheidssensor duiden de toestand
van de aanwezigheidssensor aan. Bij levering is deze functie ingeschakeld.
De functie kan via de afstandsbediening worden uit- en ingeschakeld. De
led-signalen zijn:
•
•
•
U kunt de groene led deactiveren, zodat niet bij elke gedetecteerde bewe-
ging een led-signaal volgt.
Zo deactiveert u de groene led op de sensorkop:
1. Selecteer het menu-item <Programming> en bevestig uw keuze met
2. Activeer de programmeermodus door eenmaal op de toets
de toets
.
ken.
uw keuze met de toets
tig uw keuze met de toets
drukken.
De gevoeligheid van de aanwezigheidssensor wordt afgestemd op
de ingestelde waarde.
De rode led knippert wanneer opdrachten worden ontvangen van de
afstandsbediening.
De blauwe led brandt wanneer de Light Control Box zich in de pro-
grammeermodus bevindt.
De groene led knippert wanneer de melder bewegingen detecteert.
de toets
.
Sensitivity
het menu-item <Sensitivity> en bevestig
.
en
de gewenste gevoeligheid in en beves-
.
kunt u de gevoe-
te druk-
te
te drukken.
74 / 114
NL