5.
Bedrijfsgedrag
5.1
Algemene functionele werking
De omvormer zet de gelijkstroom, welke door de zonnepanelen
wordt opgewekt, in wisselstroom om, welke in het openbare net-
werk wordt gevoed.
5.2
MPP-tracking
Het MPP-tracking is een automatische functie, welke er continu
ervoor zorgt dat de omvormer te allen tijde in het bereik van het
maximale vermogen werkt, dat onder de actuele omgevingsom-
standigheden mogelijk is. Als referentie dient daarbij de DC-in-
gangsspanning.
De omvormer beschikt over 2 MPP-trackers, elk één voor DC1
en DC2. De zonnepanelen, welke op de beide DC-ingangen zijn
aangesloten, hoeven niet hetzelfde vermogen te hebben. Bin-
nen bepaalde grenzen kunnen modulestrings met verschillende
vermogens worden aangesloten (zie „14. Technische gegevens"
pagina 168).
5.3
Bescherming tegen eilandbedrijf
Bij een uitval van het elektriciteitsnet schakelt de geïntegreerde
bescherming tegen eilandbedrijf de omvormer uit.
5.4
Temperatuurregeling
De concrete waarden bij de technische variabelen, welke in deze
paragraaf worden beschreven, vindt u in hoofdstuk „14. Techni-
sche gegevens" pagina 168.
Bij de omvormer zijn er twee bedrijfstemperatuurzones, welke
voor het bedrijfsgedrag belangrijk zijn:
●
Bedrijfstemperatuurzone
●
Bedrijfstemperatuurzone zonder afregeling
De bedrijfstemperatuurzone is groter dan de bedrijfstemperatuur-
zone zonder afregeling.
Indien de omgevingstemperatuur binnen de bedrijfstempera-
tuurzone zonder afregeling ligt, dan werkt de omvormer met het
maximaal mogelijke uitgangsvermogen. Is de omgevingstempe-
ratuur hoger, maar nog binnen de bedrijfstemperatuurzone, dan
wordt het uitgangsvermogen met een verder stijgende omge-
vingstemperatuur continu gereduceerd. Indien de omgevingstem-
peratuur boven de bedrijfstemperatuurzone stijgt, dan wordt de
AC-uitgang uitgeschakeld en de omvormer voedt geen energie
meer in het openbare elektriciteitsnet.
Het koelen van de omvormer vindt plaats met behulp van venti-
latoren.
5.5
Invloed van de DC-ingangsspanning
De concrete waarden bij de technische variabelen, welke in deze
paragraaf worden beschreven, vindt u in hoofdstuk „14. Techni-
sche gegevens" pagina 168.
De maximale DC-ingangsspanning mag nimmer worden over-
schreden. Meet u de DC-ingangsspanning en maak gebruik van
een overspanningsbeveiliging op de DC-zijde, teneinde hogere
DC-ingangsspanningen te voorkomen. De maximale nullastspan-
ning treedt bij de laagste aan te nemen omgevingstemperaturen
op.
Installatie- en bedieningshandboek voor RPI M15A M20A fotovoltaïsche omvormers V1.0 2016-03-18
Via het DC-ingangsspanningsbereik is gedefinieerd, bij welke
DC-ingangsspanningen de omvormer in het openbare netwerk
voedt.
Via het MPP-ingangsspanningsbereik is gedefinieerd, bij welke
DC-ingangsspanningen de MPP-trackers zijn geactiveerd.
Via het MPP-ingangsspanningsbereik bij vol vermogen is gede-
finieerd, bij welke DC-ingangsspanningen de omvormer het
maximale uitgangsvermogen kan leveren. Het daadwerkelijke
uitgangsvermogen is echter nog van andere voorwaarden afhan-
kelijk, zoals bijvoorbeeld de omgevingstemperatuur.
5.6
Functies voor het beïnvloeden van het
bedrijfsgedrag
De omvormer biedt verschillende functies, waarmee het bedrijfs-
gedrag kan worden beïnvloed.
●
Regeling actief vermogen
●
Regeling blindvermogen
●
Isolatie- en aardingsbewaking
Een gedetailleerde beschrijving van de functies vindt u in hoofd-
stuk „9. Instellingen" pagina 73.
5.7
Compensatie scheve belasting van het
netwerk
De omvormer beschikt over een geïntegreerde compensatie van
een scheve belasting van netwerk. Daardoor is gewaarborgd dat
het gevoed vermogen te allen tijde gelijkmatig op alle fasen wordt
verdeeld.
5 Bedrijfsgedrag
21