9 Instellingen
9.29 Q (U) - blindvermogen t.o.v. spanning
De parameters zijn overeenkomstig de eisen van
het geselecteerde land ingesteld. Het wijzigen
van de parameterinstellingen kan tot het verlies
van de vergunning leiden. Wijzigt u deze instel-
ling uitsluitend na overleg met de Delta-klanten-
service.
Overzicht
Met deze functie kunt u instellen, hoeveel blindvermogen in
afhankelijkheid van de netspanning in het netwerk wordt gevoed.
Ten behoeve van het wijzigen van deze instelling
heeft u een speciaal wachtwoord nodig dat u
van de Delta-klantenservice kunt ontvangen. De
contactgegevens vindt u op de laatste pagina van
dit document.
Weg naar het menu-item
Hoofdmenu > Instellingen > Actieve/Reactieve Verm.
Contr > Controle blindvermogen > Q (U)
Instelmogelijkheden
V
2i
Geval 1: Netspanning > Nominale spanning
Indien de netspanning de onderste spanningsgrens V1s over-
schrijdt, dan begint de omvormer inductief blindvermogen te
voeden.
Is de vertragingstijd groter dan 0 (nul), dan wacht de omvor-
mer gedurende dit tijdsbestek totdat de netspanning weer onder
V1s daalt, voordat hij capacitief blindvermogen voedt.
Zodra de netspanning verder stijgt, zal het inductief blindver-
mogen overeenkomstig de door de karakteristiek gedefinieerde
helling stijgen.
Indien de netspanning de bovenste spanningsgrens V2s
overschrijdt, dan blijft het inductief actief vermogen op het in
Qs limit gedefinieerde niveau.
138
Q
s limit
V
1i
V
V
1s
2s
Q
i limit
Geval 2: Netspanning < Nominale spanning
Indien de netspanning de bovenste spanningsgrens V1i onder-
schrijdt, dan begint de omvormer capacitief blindvermogen te
voeden.
Is de vertragingstijd groter dan 0 (nul), dan wacht de omvor-
mer gedurende dit tijdsbestek totdat de netspanning weer boven
V1i stijgt, voordat hij capacitief blindvermogen voedt.
Zodra de netspanning verder stijgt, zal het capacitief blindver-
mogen overeenkomstig de door de karakteristiek gedefinieerde
helling stijgen.
Indien de netspanning de onderste spanningsgrens V2i
onderschrijdt, dan blijft het capacitief blindvermogen op het in
Qi limit gedefinieerde niveau.
Parameter
V1s
V2s
Qs limit
V
V1i
V2i
Qi limit
Vertragingstijd
Installatie- en bedieningshandboek voor RPI M15A M20A fotovoltaïsche omvormers V1.0 2016-03-18
Omschrijving / Instelbereik
De onderste spanningsgrens voor het voe-
den van inductief blindvermogen.
Instelbereik:
230,0 ... 264,5 V
De bovenste spanningsgrens voor het
voeden van inductief blindvermogen.
Instelbereik:
230,0 ... 264,5 V
De grenswaarde voor het inductief schijn-
vermogen. De waarde in procent van het
nominale schijnvermogen S
Deze waarde is gekoppeld met de para-
meter V2s.
Instelbereik:
0 ... ind 63 %
De bovenste spanningsgrens voor het
voeden van capacitief blindvermogen.
Instelbereik:
184,0 ... 230,0 V
De onderste spanningsgrens voor het voe-
den van capacitief blindvermogen.
Instelbereik:
184,0 ... 230,0 V
De grenswaarde voor het inductief schijn-
vermogen. De waarde in procent van het
nominale schijnvermogen S
Deze waarde is gekoppeld met de para-
meter V2i.
Instelbereik:
0 ... cap 63 %
Vertragingstijd voordat blindvermogen
wordt gevoed.
Instelbereik:
0 ... 120,00 s
ingesteld.
n
ingesteld.
n