ONDERHOUD EN REPARATIE
Uw scootmobiel is ontworpen voor minimaal onderhoud. Maar, zoals elk
gemotoriseerd voertuig heeft het routine-onderhoud nodig. Om uw QUEST jarenlang te
verzekeren van een probleemloze werking, adviseren wij de volgende onderhouds-
controles zoals gepland.
DAGELIJKS
1. Visuele controle van de conditie van de
banden.
2. Controleer de accuconditiemeter om te bepalen of accu's moeten
worden opgeladen.
MAANDELIJKS
1.
Inspecteer de kabelbomen van de besturing. Zorg ervoor dat ze niet gerafeld zijn,
doorgesneden of blootliggende draden hebben.
HALFJAARLIJKS
1. Controleer de motorborstels. Wij raden uw erkende dealer aan de borstels elke zes
maanden of eerder te inspecteren als uw scootmobiel niet soepel werkt. Als bij inspectie
overmatige slijtage van de borstels wordt vastgesteld, moeten deze worden vervangen,
anders ontstaat motorschade.
CONTROLEPUNTEN:
Zorg ervoor dat de besturing schoon is en beschermd tegen regen of ander water. Nooit
uw scootmobiel afspuiten of in direct contact met water brengen.
Houd de wielen vrij van pluizen, haar, zand en tapijtvezels.
Inspecteer het profiel van de banden. Indien minder dan 1 mm, laat dan uw banden
vervangen door uw plaatselijke dealer.
Alle bekleding kan worden gewassen met warm water en milde zeep. Controleer af en toe de
zitting en rugleuning op doorzakken, sneden en scheuren. Vervang indien nodig.
Berg uw scootmobiel niet op in vochtige omstandigheden, want dit leidt tot schimmelvorming
en snelle aantasting van de bekleding.
Alle bewegende mechanismen zijn gebaat bij eenvoudige smering en inspectie. Smeren met
vaseline of lichte olie. Gebruik niet te veel olie, anders kunnen kleine druppeltjes vlekken
maken op tapijten en meubilair enz.
Voer altijd een algemene controle uit van de vastheid van alle bouten en moeren.
Reiniging en ontsmetting
Gebruik een vochtige doek en een mild, niet-schurend reinigingsmiddel om het plastic te
reinigen en de metalen onderdelen van uw scootmobiel. Vermijd het gebruik van producten
die krassen kunnen maken op het oppervlak van uw scootmobiel.
Reinig uw product indien nodig met een goedgekeurd ontsmettingsmiddel. Zorg ervoor dat de
ontsmettingsmiddel veilig is voor gebruik op uw product voordat u het aanbrengt. Volg alle
veiligheidsvoorschriften
en instructies van het ontsmettingsmiddel en/of reinigingsmiddel voor
het gebruik op uw scootmobiel. Niet-naleving kan resulteren in huidirritatie of voortijdige
aantasting van bekleding en/of afwerking van de scootmobiel.
25