Inhoudsopgave
Advertenties
ELEKTROMAGNETISCHE INTERFERENTIE (EMI)
Door de snelle ontwikkeling van de elektronica, vooral op het gebied van de
communicatie, is onze omgeving verzadigd geraakt met elektromagnetische (EMI)
radiogolven die worden uitgezonden door televisie-, radio- en communicatiesignalen
Deze EMI-golven zijn onzichtbaar en hun sterkte neemt toe naarmate men de bron
nadert Alle elektrische geleiders fungeren als antennes voor de EMI-signalen en in
zekere mate zijn alle scootmobielen gevoelig voor elektromagnetische interferentie
(EMI) De storing kan abnormale, onbedoelde bewegingen en/of een onregelmatige
besturing van het voertuig tot gevolg hebben. De Food and Drug Administration (FDA)
van de Verenigde Staten stelt voor de volgende verklaring op te nemen in de
gebruikershandleiding van alle elektrische scootmobielen, zoals de S19.
Scootmobielen kunnen gevoelig zijn voor elektromagnetische interferentie (EMI), dat
wil zeggen interfererende elektromagnetische energie die wordt uitgezonden door
bronnen zoals radiostations, tv-stations, radioamateurs, portofoons, mobiele telefoons
en alarmsystemen van winkels. De interferentie (van radiogolfbronnen) kan ertoe
leiden dat de scootmobiel zijn remmen loslaat, uit zichzelf beweegt of in een
onbedoelde richting beweegt. Het kan ook het besturingssysteem van de scootmobiel
blijvend beschadigen. De intensiteit van de EM-energie kan worden gemeten in volt
per meter (V/m). Elke scootmobiel is tot een bepaalde intensiteit bestand tegen EMI.
Dit wordt "immuniteitsniveau" genoemd. Hoe hoger het immuniteitsniveau, hoe groter
de bescherming. Op dit moment is de huidige technologie in staat een
immuniteitsniveau van ten minste 20 V/m te bereiken, hetgeen een nuttige
bescherming zou bieden tegen veel voorkomende bronnen van uitgestraalde EMI.
Onderstaande waarschuwingen verkleinen de kans op onbedoeld loslaten van de rem
of onbedoelde beweging van de scootmobiel, wat kan leiden tot ernstig letsel:
1.
Zet geen draagbare communicatieapparatuur aan, zoals 27 MHz-radio's en
mobiele telefoons, terwijl de scootmobiel is ingeschakeld.
2.
Wees u bewust van zenders in de buurt, zoals radio- of tv-stations, en probeer te
vermijden dat u in de buurt van deze zenders komt.
3.
Bij onbedoelde beweging of het loslaten van de rem, moet u de scootmobiel
uitschakelen zodra het veilig is.
4.
Het toevoegen van accessoires of onderdelen, of het wijzigen van de scootmobiel,
kan deze gevoeliger kan maken voor interferentie van radiogolfbronnen. (Let op:
Het effect op de algemene immuniteit van de scootmobiel is moeilijk te
beoordelen)
5.
Meld alle incidenten van onbedoelde beweging of het loslaten van de rem aan de
fabrikant van de scootmobiel, en noteer of er een radiogolfbron in de buurt is.
ZET UW SCOOTMOBIEL ZO SNEL MOGELIJK UIT WANNEER U HET VOLGENDE
MERKT:
• Onbedoelde scootmobielbewegingen.
• Onbedoelde of oncontroleerbare richting.
• Onverwacht loslaten van de rem.
09
Advertenties
Inhoudsopgave
