9.
Meetmethode
LET OP
Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien ze niet wordt vermeden,
kan leiden tot de dood of ernstig letsel.
Meet het werkstuk niet met de schuifmaat als deze draait, enz. De meetvlakken
zullen dan slijten.
■
Buitenmeting
• Oefen geen overmatige kracht uit op het werkstuk.
Overmatige meetkracht veroorzaakt meetfouten vanwege
de positionele afwijkingen van de meetbekken.
• Klem het werkstuk niet diagonaal vast.
Kantelingen veroorzaken meetfouten.
• Klem het werkstuk zo dicht mogelijk bij het glijoppervlak
vast. De kans op meetfouten wordt vergroot als het
werkstuk dicht bij de buitenste meetbekken wordt
vastgeklemd.
1
Plaats het werkstuk in de buitenste meetbekken en breng de bekken in nauw
contact met het werkstuk, met behulp van de juiste en uniforme meetkracht.
2
Lees het display af terwijl u de buitenmeetvlakken in nauw contact houdt.
Afbeelding: noniusschuifmaat
L1
D
NG
L1 < D
NG
NG
■
Binnenmeting
• Plaats de binnenmeetbekken zo diep mogelijk
in het werkstuk.
• Voor metingen aan binnendiameters, breng de
L2
binnenmeetvlakken in nauw contact en lees de display af
D
wanneer de aangegeven waarde maximaal is: een directe
lijn tussen de meetvlakken loopt door het midden van de
OK
dwarsdoorsnede.
• Breng voor metingen aan groefbreedten de
binnenmeetvlakken in nauw contact en lees de display
wanneer de aangegeven waarde minimaal is: een
directe lijn tussen de meetvlakken staat loodrecht op de
OK
binnenwand van de groef.
1
Plaats de binnenste meetbekken in het werkstuk en breng de bekken in nauw
contact met de binnenkant van het werkstuk met behulp van de juiste en
uniforme meetkracht.
2
Lees het display af terwijl u de binnenmeetvlakken in nauw contact houdt.
OK
5
Afbeelding: noniusschuifmaat
NG
NG
NG
NG
OK
OK
OK
Nr. 99MAD030N