Veiligheidsmaatregelen Om de veiligheid van de gebruiker te garanderen, dient dit instrument te worden gebruikt in overeenstemming met de richtlijnen, functies en specificaaties in deze Gebruikershandleiding. Gebruik onder andere omstandigheden kan de veiligheid in Dieptemeter met gevaar brengen. ■ Conventies en formulering die verboden en verplichte acties aangeven meetklok Geeft concrete informatie over verboden handelingen.
• Voordat u dit product voor de eerste keer gebruikt, veegt u de roestwerende 527-301-50 527-302-50 527-303-50 527-311-50 527-312-50 527-313-50 olie van het product af met een zachte doek gedrenkt in reinigingsolie. Als de roestwerende olie op het product achterblijft, droogt hij op en kan de beweging stijf worden.
Basisgebruik Bevestiging vóór meten ■ De dieptemeter met meetklok vasthouden en de staaf bewegen ■ Staafbeweging bevestigen Breng de voet met één hand in nauw contact met het werkstuk en verplaats de • Bevestig dat er geen onregelmatige staafbeweging is en dat de staaf soepel balk verticaal met de andere hand om de meting uit te voeren.
Meetmethode Meetresultaten aflezen De meetwaarde (C) wordt verkregen door de hoofdschaalwaarde (A) en de meetklookwaarde (B) op te tellen. De interval van de hoofdschaalverdeling is 10 mm. Posities binnen de intervallen worden afgelezen met de schaalverdeling van de meetklok. De resolutie (intervalwaarde schaalverdeling meetklok) wordt weergegeven aan de binnenkant van de schaalverdeling (0,05 mm).