5.2.2
Functionele beschrijving
1. Claxonknop
Druk op deze knop om de claxon in werking te stellen.
Laat deze knop los om de claxon te stoppen.
2. Noodstopknop
Druk de noodstopknop in naar de stand "uit" om alle functies te stoppen.
Trek de noodstopknop uit naar de stand "aan" om de machine te bedienen.
3. Functieschakelaar
Houd de functieschakelaar op de joystick ingedrukt om de hef- of rijfunctie in te schakelen.
4. Proportionele joystick voor hef- en rijfuncties
Deze joystick werkt in combinatie met de keuzeschakelaar "heffen/rijden".
Bij selectie van de heffunctie: beweeg de joystick naar voren/naar achteren om het platform
omhoog/omlaag te brengen.
Bij selectie van de rijfunctie: beweeg de joystick naar voren/naar achteren om de machine
vooruit/achteruit te laten rijden.
5. Duimschakelaar voor stuurfunctie
Druk op de linkerzijde van de duimschakelaar om de machine naar links te sturen.
Druk op de rechterzijde van de duimschakelaar om de machine naar rechts te sturen.
6. Keuzeschakelaar "heffen/rijden"
Zet de keuzeschakelaar "heffen/rijden" in de bovenste stand om de heffunctie te selecteren.
Zet de keuzeschakelaar "heffen/rijden" in de onderste stand om de rijfunctie te selecteren.
7. Rijsnelheidskeuzeschakelaar
Zet de rijsnelheidskeuzeschakelaar in de bovenste/onderste stand om de hoge/lage rijsnelheid te
selecteren.
8. Waarschuwingslampje scheefstandindicator
Geeft aan dat de machine scheef staat.
9. Waarschuwingslampje overbelastingsindicator
Geeft aan dat het platform overbelast is.
18
Bedieningshandleiding
Zelfrijdende schaarlift
Versie 1