Faxen
3. Druk op Auto-onderdrukken.
4. Als u het beeldcontrast (het verschil tussen lichte en donkere gebieden van een afbeelding)
handmatig wilt instellen, drukt u op Handmatig contrast en zet u de aanwijzer op het gewenste
niveau. Standaard is het contrast ingesteld op Auto-contrast.
5. Druk op Opslaan.
Opmaak aanpassen
Origineelformaat aanpassen
1. Druk op Faxen op het aanraakscherm.
2. Druk op het tabblad Opmaakaanpassing en vervolgens op Origineelformaat.
3. Selecteer een van de volgende:
Auto-vaststellen om het formaat van de originelen automatisch door de printer te
•
laten detecteren.
Voorinstellingen scangebied om het scangebied handmatig in te stellen met gebruik van
•
standaard papierafmetingen.
Aangepast scangebied om het scangebied handmatig op te geven.
•
Gemengde originelen als u originelen van verschillende formaten wilt scannen.
•
4. Druk op Opslaan.
Verkleinen of splitsen
1. Druk op Faxen op het aanraakscherm.
2. Druk op het tabblad Opmaakaanpassing en vervolgens op Verkleinen/splitsen.
3. Selecteer een van de volgende opties:
Passend maken, waarmee grote documenten op kleiner papier worden gepast.
•
Verdelen over pagina's, waarmee een enkel beeld over meerdere pagina's doorloopt.
•
4. Druk op Opslaan.
Boek faxen
1. Druk op Faxen op het aanraakscherm.
2. Druk op het tabblad Opmaakaanpassing en vervolgens op Boek faxen.
3. Selecteer een van de volgende opties:
Uit (standaardinstelling).
•
Beide pagina's om beide pagina's van het boek te scannen. Indien Bindrug wissen vereist is,
•
verplaatst u de pijlen.
Alleen linkerpagina om alleen de linkerpagina van het boek te scannen. Indien Bindrug wissen
•
vereist is, verplaatst u de pijlen.
Alleen rechterpagina om alleen de rechterpagina van het boek te scannen. Indien Bindrug
•
wissen vereist is, verplaatst u de pijlen.
4. Druk op Opslaan.
152
WorkCentre 7755/7765/7775 Multifunctionele printer
Gebruikershandleiding