Geavanceerde instellingen
Met geavanceerde instellingen kunt u beeldopties, beeldverbeteringen, scanresolutie. bestandsgrootte
en het bijwerken van sjablonen beheren.
Geavanceerde instellingen gebruiken:
1. Druk op het aanraakscherm van de printer op Startpagina Functies.
2. Druk op Werkstroomscannen en druk vervolgens op het tabblad Geavanceerde instellingen.
3. Druk op de gewenste instelling. Er is help beschikbaar bij elke instelling door op de toets Help van
de printer te drukken.
Instellingen
Beeldopties
Afdrukverbetering
Resolutie
Kwaliteit/bestandsgrootte
Sjablonen bijwerken
Opmaakaanpassingen
De optie Opmaakaanpassing voorziet in extra instellingen voor origineelrichting, origineelformaat en
randen wissen.
Opmaakaanpassingen gebruiken:
1. Druk op het aanraakscherm van de printer op de toets Startpagina Functies.
2. Druk op Werkstroomscannen en druk vervolgens op het tabblad Opmaakaanpassingen.
3. Druk op de gewenste instelling. Er is help beschikbaar bij elke instelling door op de toets Help van
de printer te drukken.
Instellingen
Origineelrichting
Origineelformaat
Randen wissen
Gebruiken
U kunt kiezen uit: Lichtheid/donkerheid, Scherpte
of Kleurverzadiging
U kunt kiezen uit: Achtergrondonderdrukking
of Contrast
U kunt kiezen uit: 72 tot 600 dpi.
U kunt kiezen uit: goede beeldkwaliteit met klein
bestandsformaat, hogere beeldkwaliteit met groter
bestandsformaat of hoogste beeldkwaliteit met
grootste bestandsformaat.
Hiermee worden nieuwe of bijgewerkte sjablonen
opgehaald en verouderde sjablonen verwijderd.
Gebruiken
U kunt kiezen uit: Staande beelden, Liggende beelden,
Portretoriginelen of Landschapsoriginelen.
U kunt kiezen uit: Automatisch detecteren,
Vooringesteld scangebied, Aangepast scangebied,
Gemengde origineelformaten.
U kunt kiezen uit: Alle randen of Afzonderlijke randen
WorkCentre 7755/7765/7775 Multifunctionele printer
Scannen
Gebruikershandleiding
141