▶
Sluit de kabel van de fotovoltaïsche installatie op de aan-
sluitklem 2 (2) op de printplaat aan.
▶
Wanner de thermostaat van uw fotovoltaïsch systeem
over twee stuurcontacten beschikt, dan sluit u op de aan-
sluitklemmen (1) en (2) op de printplaat aan.
–
Aansluitklem 2 (2): onderste niveau van de opge-
wekte elektrische energie van het fotovoltaïsch sys-
teem
–
Aansluitklem 1 (1): bovenste niveau van de opge-
wekte elektrische energie van het fotovoltaïsch sys-
teem
6
Ingebruikname
6.1
Warmwatercircuit vullen
1.
Verbreek de verbinding van het product met het elektri-
citeitsnet.
2.
Open het hoogst gelegen warmwateraftappunt van de
installatie.
3.
Open de afsluitkraan voor de veiligheidsgroep bij de
koudwateringang.
4.
Vul de warmwaterboiler tot er water zonder luchtbellen
uit het hoogst gelegen warmwateraftappunt komt.
5.
Sluit het warm water-tappunt.
6.2
Stroomvoorziening tot stand brengen
Opgelet!
Risico op materiële schade door te hoge
aansluitspanning!
Bij netspanningen boven 253 V kunnen elek-
tronische componenten vernietigd worden.
▶
Zorg ervoor dat de nominale spanning van
het stroomnet 230 V bedraagt.
Opgelet!
Risico op materiële schade door overver-
hitting!
Het product mag alleen met een gevulde
warmwaterboiler gebruikt worden.
▶
Zorg ervoor dat de warmwaterboiler ge-
vuld en ontlucht is voor u de stroomvoor-
ziening tot stand brengt.
0020332419_00 Installatie- en onderhoudshandleiding
2
1
1.
Zeker het stroomcircuit, waarop het product wordt aan-
gesloten, via een aardlekschakelaar:
–
Nominale foutstroom: 30 mA
–
Zekering: 8 A
2.
Sluit de stekker van het product aan op een passende
wandcontactdoos.
3.
Zorg ervoor dat de toegang tot de netstekker altijd ge-
garandeerd is en niet afgedekt is.
6.3
Product inschakelen
1.
Waarborg voor het inschakelen, dat aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
–
Alle afsluitkranen in het warmwatercircuit en in het
CV-circuit zijn geopend.
–
De warmwaterboiler is met water gevuld.
–
Het product is op de stroomvoorziening aangeslo-
ten.
–
De ontluchtingsklep in het koudemiddelcircuit is
geopend.
2.
Druk op de aan-/uittoets van het product.
◁
Het display wordt ingeschakeld.
◁
Een groene LED op het display licht op.
◁
De achtergrondverlichting van het display knippert
en er wordt gevraagd de taal in te voeren.
–
Draai de draaiknop, om de taal in te stellen.
Druk op de draaiknop, om de keuze te beves-
tigen.
◁
De warmtepomp start alleen als de warmwatertem-
peratuur in de boiler onder de ingestelde warm-
watertemperatuur ligt en als het inschakelmoment
conform het bedrijfsprogramma bij de opwarmtijd
hoort en als het actuele elektriciteitstarief het ver-
warmen toelaat.
3.
Stel de doorstromingshoeveelheid aan het instelventiel
(2) (→ Pagina 11) op minstens 250 l/h in.
7
Aanpassing aan de installatie
7.1
Installateurniveau oproepen
1.
Druk op de menutoets.
2.
Draai aan de draaiknop tot het menu INST. MENU op
het display verschijnt.
3.
Houd de kloktoets en de menutoets 3 seconden inge-
drukt.
◁
Het eerste mneupunt van het installateurniveau PV
MODE wordt getoond.
7.2
Fotovoltaïsche modus activeren en instellen
1.
Als de thermostaat van de fotovoltaïsche installatie op
aansluitstekker nr. 1 en nr. 2 op de printplaat van het
product is aangesloten, moet u PV MODE activeren.
◁
De opgewekte elektrische energie wordt in de vorm
van warm water opgeslagen. U kunt twee benut-
tingsfactoren van de fotovoltaïsche installatie instel-
len.
◁
PV ECO = lage niveau van de fotovoltaïsche
stroomopwekking. De warmtepomp genereert een
verhoogde warmwatertemperatuur. De verhoogde
warmwatertemperatuur moet tussen de normale
warmwatertemperatuur en 55 °C liggen.
–
Fabrieksinstelling: 55 ℃
13