KAMERTHERMOSTAAT EN BESTURING
Kamerthermostaat.
De kamerthermostaat is bij toepassing van een
standaard installatie de basisregeling.
Deze regelaar wordt altijd in de woonkamer
gemonteerd en aangesloten in de regelset.
Verwarmen is gedurende het gehele jaar
mogelijk en koelen alleen in een afgesproken
periode bij change-oversysteem.
Deze regelaar heeft een 3-draadsaansluiting.
(Zie pag. 10 en 11)
Met deze thermostaat kan tevens de status
verwarmen of koelen geschakeld
worden. (zie pag. 13)
Zoneregeling.
Deze afleverset kan uitgebreid worden met een
TCB zoneregeling 03.
Hierbij worden de ventielkranen op de verdeler
voorzien van servomotoren (24VAC max. 6
Watt NC) en aangesloten in deze kast.
In elk vertrek wordt een kamerthermostaat
gemonteerd. (3-draads)
Met deze regeling kan in elk vertrek afzonder-
lijk warmte- of koelvraag gecreëerd worden.
Zie pagina 10 en 11.
Woontorens.
Bij toepassing van dit systeem in woontorens
dient er een scheidingwisselaar gemonteerd te
worden tussen het voedingsysteem en de vloer-
verwarming.
Wordt er tevens zoneregeling toegepast moet
er een bypass over de verdeler aanwezig zijn.
Zie pagina 7.
12
Bewakingsensor.
Bij koel- of warmtevraag gaat de detectie-
sensor (T1) eerst controleren of het betreffende
medium (koud of warm water) aanwezig is.
Als dit het geval is wordt aan koel- of warmte-
vraag voldaan.
Bij warmtevraag tijdens koelstatus wordt het
benodigde warme water uit het systeem warm
tapwater gehaald. (HTV)
Na elke warmtevraag wordt gecontroleerd of er
warm of koud water op aanvoer LTV/HTK
aanwezig is.
Deze instellingen kunnen in het servicemenu
aangepast worden. (zie ook pag. 15)
Maximaalthermostaat.
Bij warmtevraag in de zomer wordt gebruik
gemaakt van het voedingswater voor tapwater.
Dit heeft een temperatuur van 70 ºC mag dus
nooit in de vloer terecht komen.
Indien dit toch het geval is zal de maximaal-
thermostaat (T2) aanspreken en betreffende
kleppen sluiten.
Pomp blijft doordraaien om via menginjectie
koud water uit de retour bij te mengen.
Driewegklep.
De driewegkleppen hebben een servomotor
met een snelle omlooptijd.
Hierdoor kan snel naar tapvraag geschakeld
worden.
Circulatiepomp.
De circulatiepomp is instelbaar (1) op:
-
proportioneel drukverschil (2)
-
constante druk (3)
-
constant toerental (4)
-
automatisch (5)