Voedingsysteem.
Voor de aansluiting van de voedingsystemen
worden standaard 4 kogelafsluiters 22 mm knel
meegeleverd.
Aan te bevelen is om regelafsluiters toe te
passen in de aanvoer HTV en LTV/HTK.
Aanvoer
Aansluitingen voedingsystemen
Sanitaire aansluitingen.
De warm- en koudwateraansluiting zijn 15 mm
knel en zijn linksonder aangebracht (I en J)
In de koud watertoevoer een inlaatcombinatie
met overstortleiding naar het riool monteren.
Het doseerventiel (8 l/min) is in de koppeling
van de flowswitch aangebracht.
Preventie.
Voor een probleemloos systeem adviseren wij
om in het voedingsysteem te installeren:
-
vuilafscheiders in beide systemen
-
luchtafscheiders in beide systemen
-
debietregeling
-
pompen met delta-P regeling
-
condensbewaking
MONTAGE ADVIEZEN
Zoneregeling.
Hoewel het systeem al veel comfort biedt kan
er behoefte zijn aan nog meer comfort.
In dat geval is het mogelijk om elk vertrek in
de woning apart te regelen met een speciale
kamerthermostaat.
De ventielkranen op de verdeler worden in dit
geval voorzien van servomotoren. (zie pag. 11)
Retour
Voor het aansluiten zie pag. 10.
Let op:
Er kan alleen een kamerthermostaat met een
dubbel maak/breekcontact toegepast worden.
Indien men een zoneregeling van een ander
fabrikaat wil gaan toepassen dient dit met TCB
vooraf overlegd te worden.
Dit v.w.b. de communicatie tussen de regelset
en zoneregeling.
Voor inbedrijfstelling.
Voor het in bedrijf stellen is het advies om de
leidinglussen in de vloer te spoelen.
Bij het op maat maken van de kunststofbuis
kan bij het afbramen schraapsel in de buis
komen of ander bouwvuil.
Dit kan verstopping in kleppen of andere
regelapparatuur veroorzaken.
Vul de leidinglussen nooit vanuit het voeding-
systeem.
Zorg dat het toestel spanningloos blijft tot men
zeker weet dat de installatie geheel is gevuld.
Voorkom lekkages.
Tijdens het aansluiten van het toestel bestaat
de mogelijkheid dat een leiding in het toestel
verdraaid hetgeen tot lichte lekkage van een
pakkingring kan leiden.
Het advies is dan ook om dit na het vullen van
de installatie te controleren en eventueel de
wartels van de betreffende koppelingen na te
draaien.
Gebruik hiervoor passende steeksleutels.
9