COLLECTIEF SYSTEEM VOOR VLOERVERWARMING/KOELING EN WARM WATER
Voedingsysteem verwarmen/koelen.
Als voedingsbron voor verwarmen en koelen
wordt een warmtepomp geïnstalleerd met als
medium b.v. koud (bron) water.
Dit kan b.v. een elektrische aangedreven
warmtepomp zijn. (water/water)
Deze warmtepomp ontrekt warmte uit het
bronwater.
Die warmte wordt in een buffervat gepompt
met een temperatuur van ca 50 ºC.
Dit buffervat wordt aangesloten als een open
verdeler.
Vanuit dit buffervat wordt een doorgeluste
ringleiding door het wooncomplex aangebracht
met stijg- of valstrangen naar de woningen.
Voor optimale bedrijfszekerheid hulpketels
installeren.
Mogelijke systemen:
-
4-pijpsysteem change-over
-
4.5-pijpsysteem change-over
-
4-pijpsysteem passief
-
4,5-pijpsysteem passief
De hiernaast afgebeelde schema's zijn z.g.
4,5-pijpsystemen en verdienen de voorkeur.
Hierbij wordt een extra retourleiding aange-
legd van geringe diameter welke zorg draagt
dat er tot aan de laatste woning op de strang
water van 70 ºC aanwezig is.
Dit voorkomt thermische vervuiling van de
reguliere retour
Met het passief systeem wordt het gehele jaar
HTV en HTK aangeboden.
Elke woning of appartement kan onafhankelijk
van elkaar het hele jaar verwarmen of koelen.
Met name in zorgcomplexen en commerciële
ruimte kan dit belangrijk zijn.
Verwarmen gebeurt vanuit het HTV systeem.
In de afleverset wordt middels menginjectie de
temperatuur teruggebracht naar ontwerptem-
peratuur.
Bij passieve koeling is het aangeleverde koel-
water te koud om in de vloerverwarming aan te
leveren en zal in de afleverset middels meng-
injectie opgewaardeerd worden naar ca 18 ºC.
Bij het change-over systeem wordt in de zomer
koude aangeboden en kan verwarmd worden
vanuit het HTV systeem.
In het stookseizoen kan het LTV systeem in
principe weersafhankelijk geregeld worden.
Warm tapwater.
Een gasmotorwarmtepomp kan in principe een
temperatuur leveren van 70 ºC hetgeen nodig is
voor bereiding van warm tapwater.
Geïnstalleerde cv-ketels dienen dan alleen voor
calamiteiten.
Bij toepassing van elektrische warmtepompen
dienen de cv-ketels als naverwarmers.
Het vermogen bij CW4 is als volgt:
aantal woningen x 28 kW x 0,4
Einde van de strang (HTV) doorlussen.
In de lus een drukverschilregelaar of thermisch
ventiel monteren. (b.v. TA-therm)
De pomp dient voorzien te worden van een
Delta-P regeling.
Uitgaande van een tapcapaciteit van 8 l/min
warm water van 60 ºC (CW4) is primair een
debiet nodig van 790 l/h.
Capaciteit van de transportpomp:
aantal woningen x 790 l/h x 0,4
Opvoerhoogte wordt bepaald door drukverlies
van hoofdleiding en strangen.
Stooktemperatuur = 70/40 ºC.
Dit HTV systeem wordt in de zomermaanden
tevens gebruikt voor het eventueel verwarmen
van de woningen. (zie pag. 5)
Warmte regenereren.
De warmte die de warmtepomp uit de bodem
ontrekt moet gecompenseerd worden.
Dit kan op verschillende manieren en is in het
principeschema van de installatie aangegeven
in de vorm als zonnecollector.
Installatiedruk.
Het overschakelen van verwarmen naar koelen
of andersom heeft consequenties voor de druk
in de systemen en dit dient men nauwkeurig te
controleren.
Pompen voor HTV, LTV en/of HTK mogen
nooit uitgeschakeld worden.
3