Nr. Aanduiding
Betekenis
23
Brandt bij geselecteerde
LED
bedrijfsmodus continubedrijf
24
Humidity setting
Instellen van de
+/-
ruimteluchtvochtigheid is stappen van
5 %
25
Brandt bij geselecteerde
LED
bedrijfsmodus ontvochtiging
26
Toets Timer
Timer-functie in- en uitschakelen:
1 uur tot 24 uur
27
Toets Sleep
Nachtmodus in- en uitschakelen
Brandt bij geactiveerde nachtmodus
Waarschuwing voor elektrische spanning
Gevaar voor een elektrische schok!
Het apparaat heeft niet de betreffende
beschermingsgraad voor gebruik in natte ruimten.
Er bestaat gevaar voor een elektrische schok!
Gebruik het apparaat nooit in natte ruimten (bijv. in
badkamers en spoelkeukens) en dompel het nooit
onder in water!
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat klaar voor gebruik is opgesteld zoals
beschreven in het hoofdstuk Montage en in gebruik nemen, kan
het worden ingeschakeld.
1. Druk op de toets On/Off (20).
ð De toets On/Off (20) brandt permanent.
ð Het apparaat is in de bedrijfsmodus, die actief was voor
de laatste uitschakeling.
Kleuren LED-indicatie voor de actuele
ruimteluchtvochtigheid
De gekleurde led-indicatie (4) toont onafhankelijk van de
bedrijfsmodus de actuele relatieve ruimteluchtvochtigheid met 3
verschillende kleuren.
LED-
Betekenis
kleur
Relatieve ruimteluchtvochtigheid onder 50 %
Blauw
Groen
Optimale relatieve ruimteluchtvochtigheid tussen
50 % en 70 %
Rood
Relatieve ruimteluchtvochtigheid is gelijk aan/hoger
dan 70 %
Bedrijfsmodi instellen
Op het apparaat kunnen de volgende bedrijfsmodi worden
ingesteld:
• Ontvochtiging
• Continubedrijf
• Wasdroogfunctie
• Ventilatie
NL
Ontvochtiging
Het apparaat draait tot het bereiken van de voorgeselecteerde
relatieve ruimteluchtvochtigheid. Daarna schakelt de
compressor uit en draait de ventilator door. Wordt de
vooringestelde relatieve ruimteluchtvochtigheid overschreden,
schakelt de compressor weer in.
1. Druk op de toets MODE (21), voor het kiezen van de
bedrijfsmodus.
ð De indicatie voor de actueel gekozen bedrijfsmodus
knippert.
2. Druk opnieuw op de toets MODE (21), tot de LED voor de
bedrijfsmodus Ontvochtiging (25) knippert.
ð De LED van de gekozen bedrijfsmodus knippert
ca. 5 seconden, voordat de bedrijfsmodus wordt
geactiveerd.
Gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid instellen
U kunt de relatieve ruimteluchtvochtigheid uitsluitend in de
bedrijfsmodus Ontvochtiging wijzigen.
1. Op het bedieningspaneel de gewenste
ruimteluchtvochtigheid instellen, door op de gedeelten van
het bedieningspaneel op Humidity setting +/- (24) te
drukken.
ð Het instelbereik ligt tussen 30 % en 80 %.
ð De ingestelde waarde knippert 5 seconden op de
segmentweergave, daarna wordt permanent de actuele
relatieve ruimteluchtvochtigheid weergegeven.
Nachtmodus
In de nachtmodus wordt het bedieningspaneel gedimd en levert
het apparaat een zachte luchtstroom, die rekening houdt met
uw slaapbehoefte.
Ga als volgt te werk voor het inschakelen van de nachtmodus:
ü Het apparaat is ingeschakeld.
1. Druk op de toets Sleep (27).
ð De toets Sleep (27) brandt.
2. Druk opnieuw op de toets Sleep (27), voor het weer
uitschakelen van de nachtmodus.
ð De toets Sleep (27) gaat uit.
Continubedrijf
In de bedrijfsmodus continubedrijf ontvochtigt het apparaat
doorlopend, onafhankelijk van de luchtvochtigheid. De
indicatie (23) brandt.
Tijdens continubedrijf blijft de ventilatorsnelheid op het laagste
niveau (LED I brandt) en kan niet worden versteld.
De relatieve ruimteluchtvochtigheid kan ook niet worden
ingesteld.
De actuele luchtvochtigheid wordt op de segmentweergave (17)
weergegeven.
Info
In continubedrijf kan een condensafvoerslang worden
aangesloten, om het ontstane condens continu af te
voeren.
luchtontvochtiger TTK 27 HEPA / TTK 64 HEPA
9