Het apparaat maakt herrie, resp. trilt:
• Controleer of het apparaat rechtop en stabiel staat.
Condenslekkage:
• Controleer het apparaat op lekkages.
De compressor start niet:
• Controleer de ruimtetemperatuur en de actuele
ruimteluchtvochtigheid. Ligt de actuele
ruimteluchtvochtigheid onder de ingestelde
ruimteluchtvochtigheid, dan gaat het apparaat niet aan.
Houd rekening met het toegestane werkbereik van het
apparaat volgens de technische gegevens.
• Controleer of de relatieve ruimteluchtvochtigheid
overeenkomt met de technische gegevens.
• Controleer de vooringestelde gewenste
ruimteluchtvochtigheid. De relatieve
ruimteluchtvochtigheid in de opstelruimte moet boven het
gekozen bereik liggen. Verlaag evt. de vooringestelde,
gewenste ruimteluchtvochtigheid.
• Controleer of de oververhittingsbeveiliging van de
compressor is geactiveerd. Scheid het apparaat van het
stroomnet en laat het ca. 10 minuten afkoelen, voor het
weer aansluiten hiervan op het stroomnet.
• Het apparaat kan op dat moment evt. een automatische
ontdooiing uitvoeren. Tijdens een automatisch ontdooiing
vindt geen ontvochtiging plaats.
Het apparaat wordt zeer heet, maakt herrie, resp. verliest
capaciteit:
• Controleer de luchtinlaten op vervuilingen. Verwijder
uitwendige vervuilingen.
• Controleer de luchtinlaten en het luchtfilter op vervuilingen.
Verwijder uitwendige vervuilingen.
• Controleer het apparaat uitwendig op vervuilingen (zie
hoofdstuk onderhoud). Laat een inwendig vervuild
apparaat reinigen door een gespecialiseerd bedrijf op het
gebied van koel- en koudetechniek of door Trotec.
Let op
Wacht na alle onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden minimaal 10 minuten.
Schakel het apparaat daarna weer in.
Werkt het apparaat na deze controles nog niet
probleemloos:
Neem contact op met de klantenservice. Breng het apparaat
indien nodig voor reparatie naar een gespecialiseerd bedrijf op
het gebied van koel- en koudetechniek of naar Trotec.
NL
luchtontvochtiger TTK 27 HEPA / TTK 64 HEPA
13