Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Jolly Mec SM131 Gebruikershandleiding pagina 27

Inhoudsopgave

Advertenties

Code alarm
Test alarm
Geen pellets
AL06
Therm. veiligheid
AL07
Geen onderdruk
AL08
Minimale trek
AL09
Vijzel triac storingf
AL11
Encoder vijzel
AL12
Abnormale vlam
AL13
Reden alarm
• Tijdens de werking, daalt de temperatuur van de rook
onder de waarde THERSHOLD WORK.
• Interventie veiligheidsthermostaat.
• Gevoelde sensor temperatuur van de rook (hout).
• Actuator van het luchtluik niet correct geplaatst.
• Interventie veiligheidsdepressiemeter.
• Opening van de deur van het hout (tijdens de werking
met pellets).
• Opening van de deur van de pellets (tijdens de werking
met pellets).
• Het debiet van de brandlucht valt niet binnen het
ingestelde bereik.
• De motorreductor voor het laden van de pellet wordt
voortdurend geactiveerd.
• De elektronische kaart detecteert niet het correcte
aantal toeren van de motorreductor
• Tijdens de stabilisatiefase (Vlam aanwezig) stijgt de
temperatuur van de rook niet boven de DELTA VLAM.
Belangrijkste oplossingen
• Controleer of het niveau PELLET in het
reservoir voldoende is.
• Controleer of de tijden voor het laden van
de PELLET correct ingesteld zijn.
• Controleer de waarde van de parameter
THERSHOLD WORK.
• Alvorens het product opnieuw in te
schakelen, kan het nodig zijn pellet te
laden vanuit het MENU PELLETS LADEN.
De volledige lediging van het reservoir
houdt over het algemeen ook de lediging
van de toevoerschroef in; hiervoor moet
men dus het product inschakelen met een
laag pelletniveau, wat waarschijnlijk tot
een alarm ONTBRANDING MISLUKT zal
leiden. Na de Lading Pellet uit het MENU
PELLETS LADEN uitgevoerd te hebben,
moet men de vuurpot ledigen, d.w.z. het
product inschakelen met een reine vuurpot.
• Controleer
de
werking
van
verversingsventilator
• Controleer of de kachel erg vuil is en reinig
hem eventueel.
• Controleer de parameters voor het laden
van de PELLET.
• Controleer
de
integriteit
van
v e i l i g h e i d s t h e r m o s t a a t
e n
desbetreffende elektrische verbindingen.
• Controleer of de actuator van het luchtluik
niet geblokkeerd is.
• Controleer of de afvoerpijp van de
verbrandingsproducten verstopt is.
• Controleer de integriteit van het
onderdeel en controleer of de elektrische
verbindingen overeenstemmen met het
elektrisch schema.
• Het silicone buisje is niet aan de connector
P1 verbonden.
• Controleer of de ingang van de brandlucht
vrij is en niet gedeeltelijk verstopt is.
• Controleer of de schoorsteen vuil is en
dus de doorgang van de rook mogelijk
aanzienlijk verminderd wordt.
• Controleer de reiniging van de wisselaar of
van de deflector (het bovenste deel van de
verbrandingskamer).
• Controleer
of
de
deur
van
verbrandingskamer van de kachel goed
gesloten is.
• Controleer of de gaten van de vuurpot niet
verstopt zijn.
• Wacht na het uitschakelen van de kachel
tot deze volledig afgekoeld is, en schakel
hem dan weer in. Misschien moet de
elektronische kaart of de motoreductor
vervangen worden.
• Contacteer het gespecialiseerde
Technisch Dienstcentrum
• Controleer de waarden voor het laden van
de pellet en de ventilatie van de rookafvoer,
deze zijn mogelijk niet correct en houden
de vlam na het inschakelen niet aan.
de
de
d e
de
27
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave