CAP.05 OPSPOREN VAN DEFECTEN EN OPLOSSEN VAN EVENTUELE
PROBLEMEN
05.1
ALARMMELDINGEN
Hierna wordt een overzicht gegeven van de alarmen van het apparaat, met de mogelijke oorzaken en enkele mogelijke oplossingen
van het probleem. Indien een alarm zich met een zekere frequentie voordoet, raadt men aan een gespecialiseerd Technisch
Dienstcentrum te contacteren. De schermen die op een alarm wijzen, zien er als volgt uit:
Code alarm
Test alarm
Black out
AL01
Rookgassensor
AL02
Hete rookgas
AL03
Extractor fan
AL04
defect
Ontbranding
AL05
mislukt
26
26
Reden alarm
• Onderbreking elektrische energie tijdens de werking van
de kachel.
• De gemeten temperatuur, weergegeven op het display,
is meer dan 280°C.
• De temperatuur van de rook overschrijdt de waarde van
270°C.
• De centrale heeft het correct aantal toeren van de
roekafvoer niet gedetecteerd.
• De parameter DELTA ONSTEKING, de maximale
ontstekingstijd werd niet bereikt.
Belangrijkste oplossingen
• Controleer of de elektrische toevoerkabel
goed verbonden is zowel aan de
contactdoos van de installatie als aan de
contactdoos van de kachel.
• Controleer of de connectoren goed
vastzitten in de klemmenkast van de
elektronische kaart. (Voer deze controle uit
wanneer de elektrische kabel losgekoppeld
is).
• Controleer de integriteit van de zekeringen;
(voer deze controle uit wanneer de
elektrische kabel losgekoppeld is).
• Controleer of de aansluiting van de sonde
aan de elektronische kaart correct of,
RODE draad aan de klem +, BLAUWE
draad aan de klem –.
• Controleer of de draden van het
thermokoppel integer zijn, en of er geen
onderbrekingen zijn.
• Controleer de positie van de rooksonde.
• Controleer
of
de
ventilator
luchtverversing goed werkt.
• Controleer of de kachel erg vuil is en reinig
hem eventueel.
• Controleer of de instelling voor het laden
van de PELLET correct is.
• Controleer of alle elektrische verbindingen
in orde zijn.
• Controleer of de verbrandingsventilator
bijzonder vuil is.
• Controleer of een vreemd lichaam, om
ongewilde redenen, de rotor van de
ventilator of de externe motor blokkeert.
• Controleer de werkzaamheid van de
elektrische weerstand.
• Controleer of de geleidingsbuis van de
weerstand proper is.
• Controleer of de vuurpot steeds goed
gereinigd is bij het ontsteken.
• Alvorens de kachel opnieuw in te
schakelen, moet men de vuurpot ledigen,
d.w.z. het product inschakelen met een
reine vuurpot.
• Controleer de hoeveelheid voorlading
PELLET. Tijdens de voorlading, moet
het niveau een beetje hoger zijn dan de
opening van de elektrische weerstand.
• Controleer of de waarden van de
parameters voor het laden van de PELLET
en de snelheid van de rookafvoer correct
zijn.
• Controleer de lading van de PELLET in de
tank.
voor