6.4.
De lengte van de torso structuur aanpassen
1
Ga ontspannen rechtop staan, met de FLEX op uw lichaam.
2
Controleer vanaf de zijkant de hoek van de torso structuur connector.
Gebruik een spiegel, maak een foto of laat iemand u helpen.
3
De zwenkarm (voor de rugconnector) moet horizontaal zijn of iets naar
beneden wijzen.
4
Voel of uw vest omhoog geduwd wordt of omlaag getrokken wordt.
•
Het vest mag niet omhoog geduwd worden.
•
Het vest mag niet omlaag getrokken worden, omdat dit druk en
ongemak aan de voor- en bovenkant van de schouder veroorzaakt.
De volgende stappen kunnen uitgevoerd worden met iemand die u helpt of
wanneer u de FLEX niet draagt.
Indien de zwenkarm omlaag wijst en het vest omlaag trekt:
5
Pas de lengtes van de torso structuur aan naar een grotere instelling (zie
onderdeel 5.2.) of kies een grotere torso structuur (zie hoofdstuk 11.).
6
Zorg ervoor dat de hoogte-instelling links en rechts gelijk is.
Indien de zwenkarm omhoog wijst en het vest omhoog duwt:
7
Pas de lengtes van de torso structuur aan naar een kortere instelling (zie
onderdeel 5.2.) of kies een kleinere torso structuur (zie hoofdstuk 11.).
8
Zorg ervoor dat de hoogte-instelling links en rechts gelijk is.
2 TIP:
Druk op de knop op de smart joint en verwijder de torso structuur
uit de smart joint om het aanpassen van de lengte-instellingen te
vergemakkelijken.
33