5. Onderhoud en reparatie
5.8 Luchtrooster
Na langer gebruik kan het koelsysteem door vuil
verstopt raken. Reinig het luchtrooster (C/3) regelmatig
om oververhitting en schade aan de motor te voorko-
men. Controleer het rooster voor iedere ingebruikname.
5.9 Luchtkoelsysteem
1) Roterende ventilatorzeef tenminste iedere 50 bedrijf-
suren reinigen (bij sterke stofvorming en veel planten-
1.)
resten eerder); hiervoor moet de repeteerstarter wor-
den verwijderd, zie afb.
2) Inwendige koelribben en vlakken tenminste iedere
100 bedrijfsuren reinigen (bij sterke stofvorming en veel
plantenresten eerder).
-Service
5.10 Regelaar
2.)
Voor het goed functioneren van de motor moeten
regelstangen, veren en bedieningssystemen schoon
zijn. Geen onderdelen verbuigen of verstellen (regels-
tangen aan carburateur C/6).
5.11 Uitlaat
Omgeving van de geluidsdemper (C/9) regelmatig
5
schoonmaken. Haal gras, vuil en brandbare dingen
weg.
– Brandgevaar!
Voor iedere inbedrijfname controleren.
Opgelet met de hete onderdelen van de motor!
De uitlaatdemper en andere motoronderdelen zijn zeer
heet terwijl de motor draait en onmiddellijk na het af-
zetten. Houd voldoende afstand van hete oppervlak-
ken en houd kinderen uit de buurt van de draaiende
motor.
5.12 Toerentalbediening
De toerentalbediening moet op de juiste manier zijn
ingesteld. De motor moet met juist toerental gestart
worden, functioneren en worden afgezet.
- Service
36
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort