2.1 Transport en montage
Bij het transport en de montage van de elektrische kettingtakel moeten de veiligheidsvoorschriften voor het werken met lasten worden
opgevolgd (zie hiervoor hoofdstuk 0.3.).
De elektrische kettingtakel moet worden gemonteerd door gekwalificeerd personeel, waarbij steeds de in hoofdstuk 0.2 opgenomen
aanwijzingen ter voorkoming van ongevallen in aanmerking dienen te worden genomen. Tot de montage moet de elektrische kettingta-
kel worden opgeslagen in een gesloten of een overdekte ruimte. Als de elektrische kettingtakel in de buitenlucht gebruikt gaat worden,
is het raadzaam een overkapping te bouwen om de installatie te beschermen tegen weersinvloeden.
De elektrische kettingtakel moet zo veel mogelijk in de originele verpakking worden getransporteerd. Controleer bij ontvangst of de leve-
ring compleet is en voer het verpakkingsmateriaal op milieuvriendelijke wijze af. Wij raden aan om de elektrische kettingtakel op locatie
te laten installeren en aansluiten door ons deskundig servicepersoneel.
2.2 Aansluiting
2.2.1 Elektrische aansluiting
GEVAAR!
Elektrotechnische afstellingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegde specialisten.
De klant dient voorafgaand aan de installatie van de elektrische kettingtakel ervoor te zorgen dat een netvoedingskabel, een gezekerd
elektrisch aansluitpunt en een hoofdschakelaar beschikbaar zijn.
Voor de driefasige modellen is een vieraderige kabel nodig, inclusief een aarddraad (PE), om de benodigde voeding te kunnen leveren.
Voor de enkelfasige modellen is een drieaderige kabel met aarddraad voldoende. De lengte en de aderdoorsneden moeten geschikt
zijn voor het opgenomen vermogen van de elektrische kettingtakel om een spanningsverlies te voorkomen.
-
Controleer of de bedrijfsspanning en -frequentie op het typeplaatje op de locatie beschikbaar is alvorens de elektrische kettingtakel
aan te sluiten.
-
Verwijder het deksel van de regelkast.
-
Steek de voedingskabel met de M20 x 1,5-schroefdoorvoer door het gat aan de onderkant en sluit de draden volgens het bedra-
dingsschema (zie afbeelding 2-1) aan op de klemmen L1, L2, L3 en PE.
-
Steek de bedieningskabel met de M20 x 1,5-schroefdoorvoer door het gat in de onderkant van de behuizing en sluit de draden aan
op de klemmen 1, 2, 3, 4 en 10 (zie afbeelding 2-2).
-
Bevestig de trekontlasting op de behuizing (zie afbeelding 2-3).
LET OP!
De bedieningsschakelaar moet worden bevestigd aan de trekontlasting en niet aan de kabel.
Afbeelding 2-1
GEVAAR!
Er mag geen spanning staan op de aarddraad. Houd bij het monteren van een motorbeveiliging rekening met de spanning
op het gegevensplaatje van de elektrische kettingtakel.
LET OP!
-
De draairichting controleren: als de draairichting van de motor niet overeenkomt met de knopsymbolen op de bedie-
ningsschakelaar, moeten de draden L1 en L2 van de uitsluiting worden verwisseld
-
Tipbedrijf kan interferentie veroorzaken bij enkelfasige modellen.
OPMERKING
Raadpleeg figuur 2-4 voor het openen van de aansluitklemmen.
Swiss Lifting Solutions
Afbeelding 2-2
2
1 10 4
3
Afbeelding 2-3
11