Opnamemodussen
Opnamen maken door het diafragma/de
sluitertijd te specificeren
Opnamefunctie:
•
De effecten van de ingestelde lensopeningwaarde zullen niet op het opnamescherm zichtbaar
zijn. Gebruik [Voorvertoning] om het opnamescherm te controleren. (P31)
•
De helderheid van het scherm en van de opgenomen beelden kunnen verschillen. Controleer
de beelden op het afspeelscherm.
Beschikbare lensopeningwaarde
F2.8 tot F8.0
Lensopening-Prioriteit AE-modus
Stel de openingswaarde in op een hogere waarde als u een scherpe achtergrond wenst.
Stel de openingswaarde minder groot in als u de achtergrond niet echt scherp wenst.
1
Stel de functieknop in op [
2
Draai de functieknop achterop om de
openingswaarde in te stellen.
A Lensopeningwaarde
B Belichtingsmeter
•
Deze zal schakelen tussen openingsinstelling-werking en
Belichtingcompensatie, elke keer dat de functieknop
achterop ingedrukt wordt.
Sluiter-Prioriteit AE-modus
Als u een scherpe opname wenst te maken van een snel bewegend object, stelt u een
hogere sluitertijd in. Als u een trail-effect wenst, stelt u een lagere snelheid in.
1
Stel de functieknop in op [
2
Draai de functieknop achterop om de sluitertijd in te
stellen.
A Sluitertijd
B Belichtingsmeter
•
Deze zal schakelen tussen instellingswerking van sluitertijd
en Belichtingcompensatie, elke keer dat de functieknop
achterop ingedrukt wordt.
30
SQT0204 (DUT)
(met de mechanische sluiter)
(met de elektronische sluiter)
¢ Het kan alleen gebruikt worden in de
Manuele Belichtingsfunctie.
].
].
Sluitertijd (Sec.)
B (Bulb)
¢
, 60 tot 1/4000
1 tot 1/16000
SS
SS
60
30
F F
4.0
5.6
8.0
8.0
8.0
A
SS
SS
SS
60
125
F
5.6
4.0
250
250
250
A
15
8
4
8.0
B
250
500
1
000
2.8
B