2.2 Aansluiting
2.2.1 Elektrische aansluiting
Elektrotechnische afstellingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegde specialisten.
De klant dient voorafgaand aan de installatie van de elektrische kettingtakel ervoor te zorgen dat een netvoedingskabel, een gezekerd
elektrisch aansluitpunt en een hoofdschakelaar beschikbaar zijn. Voor de driefasige versies is een vieraderige kabel nodig, inclusief een
aarddraad (PE), om de benodigde voeding te kunnen leveren. Voor de enkelfasige versie is een drieaderige kabel met aarddraad voldoen-
de. De lengte en de aderdoorsneden moeten geschikt zijn voor het opgenomen vermogen van de elektrische kettingtakel.
• Controleer of de bedrijfsspanning en -frequentie op het typeplaatje op de locatie beschikbaar is alvorens de elektrische kettingtakel
aan te sluiten.
• Verwijder het deksel van de regelkast.
• Steek de voedingskabel met de M20 × 1,5-kabelwartel door het gat aan de onderkant en sluit de draden volgens het bedradingsschema
(zie afbeelding 2-1) aan op de klemmen L1, L2, L3 en PE.
• Steek de bedieningskabel met de M20 × 1,5-kabelwartel door het gat in de onderkant van de behuizing en sluit de draden aan op de
klemmen 1, 2, 3, 4 en 10 (zie afbeelding 2-2).
• Bevestig de trekontlasting op de behuizing (zie afbeelding 2-3).
De bedieningsschakelaar moet worden bevestigd aan de trekontlasting en niet aan de kabel.
Afbeelding 2-1
L3
L2
L1
PE
Er mag geen spanning staan op de aarddraad. Houd bij het monteren van een motorbeveiliging rekening met de spanning op
het gegevensplaatje van de elektrische kettingtakel.
De draairichting controleren: Als de draairichting van de motor niet overeenkomt met de knopsymbolen op de bedieningsscha-
kelaar, moeten de draden L1 en L2 van de uitsluiting worden verwisseld Bij de enkelfasige versie kan bedrijf op kruipsnelheden
leiden tot storingen.
Raadpleeg figuur 2-4 voor het openen van de aansluitklemmen.
Swiss Lifting Solutions
Afbeelding 2-2
1
2
3
4
10
2
1 10 4 3
Afbeelding 2-3
13