6.6
Aansluiten van de sanitaire leidingen
6.7
Elektrische aansluiting
6.8
Instellingen regelunit
Monteer de drinkwaterinstallatie volgens de huidige regelgeving.
De koudwaterleiding naar de zonlichtboiler moet voorzien zijn van een inlaatcombinatie (6,
8 of 10 bar al naar gelang de voorschriften). In de koudwaterleiding mag na de
inlaatcombinatie geen kraan of afsluiter gemonteerd worden, omdat bij gesloten kraan of
afsluiter de overstort van de inlaatcombinatie niet bereikbaar is voor het uitzettende water.
Zorg voor een vrije uitloop van de overstort van de inlaatcombinatie in de sifon naar de
riolering.
Sluit de warmwaterleiding samen met het thermostatisch mengventiel aan volgens de
huidige regelgeving.
De temperatuur in het boilervat kan oplopen tot 85°C, de plaatsing van een
mengventiel is daarom essentieel!
Zorg dat de regelunit spanningsloos is bij het aansluiten van de sensoren.
Plaatsing van de boilersensor in het vat en op de regelunit
120 t/m 300 liter boilers
Bij de 120 t/m 300 liter boilervaten zijn de sensoren reeds
voorgemonteerd en dient de sensor alleen nog in de regelunit te
worden aangesloten op de witte stekker van de regelunit op het
SolarStation (S2).
400 liter boiler
Bij de 400 liter boiler behoort de boilersensor met behulp van de
meegeleverde sensorbuis met borgmoer geplaatst te worden in de
onderste 1/2" aansluiting in het boilervat. De vooraf geplaatste molex
kabel dient verwijderd te worden van S2 van de regelunit op het
SolarStation. Sluit de kabel van de meegeleverde boilersensor direct aan op S2 van de
regelunit.
In de bovenzijde van de boilervaten is een 1/2" aansluiting waarin een sensorbuis en
sensor geplaatst kan worden voor de solo-ketel.
Plaatsing van de sensor in de collector
De temperatuursensor dient te worden gemonteerd in de laatste (warmste) collector aan
de uitstroomzijde. Voor uitgebreidere instructies zie installatievoorschrift SolarCollector
De sensor moet in de regelunit op de zwarte stekker aangesloten worden. Indien een eigen
verlengkabel voor de sensor gebruikt wordt dient de molex stekker verwijderd te worden.
Voor het plaatsen van de sensoren moet de kruiskopschroef in het regelunit losgedraaid
worden waarna de witte kap eruit gekanteld kan worden.
S1 (1 / aarde) = Collectorsensor
S2 (2 / aarde) = Boilersensor
Steek de stekker van het SolarStation niet in de wandcontactdoos voordat het
systeem gevuld is. Dit ter voorkoming van drooglopen van de pomp.
Zie voor instellingen van de regelunit H8.3 van deze handleiding.
25
II
.