De status van het circuit is Uit.
De compressor neemt geen belasting
meer op en ontlast ook niet, het circuit
wordt gestopt.
Het
belpictogram
beweegt
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffDischTmpHi
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffDischTmpHi
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffDischTmpHi
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
5.6.14
Alarm hoge motorstroom
Dit alarm geeft aan dat de door de compressor geabsorbeerde stroom een vooraf bepaalde limiet overschrijdt.
Probleem
De status van het circuit is Uit.
De compressor neemt geen belasting
meer op en ontlast ook niet, het circuit
wordt gestopt.
Het
belpictogram
beweegt
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffMtrAmpsHi
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffMtrAmpsHi
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffMtrAmpsHi
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
5.6.15
Alarm hoge motortemperatuur
Dit alarm geeft aan dat de motortemperatuur de maximale temperatuurlimiet voor veilige werking overschreden heeft.
Probleem
De status van het circuit is Uit.
De compressor neemt geen belasting
meer op en ontlast ook niet, het circuit
wordt gestopt.
Het
belpictogram
beweegt
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffMotorTempHi
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffMotorTempHi
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffMotorTempHi
Reset
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
44/52
Multifunctionele units
Het magneetventiel voor vloeistofinjectie
werkt niet goed.
op
het
De opening voor de vloeistofinjectie is
klein.
De
afvoertemperatuursensor
misschien niet goed.
Oorzaak
De De omgevingstemperatuur is te hoog of
condensatiewatertemperatuur
dan ingestelde grens op unit.
op
het
Er is een verkeerd model compressor
geselecteerd.
Oorzaak
Onvoldoende koeling van motor.
op
het
De
motortemperatuursensor
misschien niet goed.
Controleer
de
tussen de controller en het magneetventiel
van de vloeistofinjectie.
Controleer of magneetventiel juist werkt.
Controleer of de digitale uitgang juist
werkt.
Controleer of wanneer het magneetventiel
van de vloeistofinjectie geactiveerd is de
temperatuur binnen de grenzen geregeld
kan worden.
Controleer of de vloeistofinjectieleiding niet
belemmerd
afvoertemperatuur te observeren wanneer
de leiding geactiveerd wordt.
werkt
Controleer of de afvoertemperatuur correct
is.
Opmerkingen
Oplossing
Controleer de selectie van de unit om te
is
hoger
kijken of de unit bij vollast kan werken.
Controleer
of
werken
en
in
condensatiedruk op het juiste niveau te
houden.
Reinig de spoelen van de condensor om
een lagere condensatiedruk mogelijk te
maken
Controleer of condensatiepomp juist werkt
en voldoende waterstroming levert.
Reinig de waterwarmtewisselaar van de
condensor.
Controleer het compressormodel voor
deze unit.
Opmerkingen
Oplossing
Controleer de koudemiddelvulling.
Controleer of het werkingsbereik van de
unit gerespecteerd wordt.
werkt
Controleer
de
motortemperatuursensor en controleer de
Ohm-waarde. Een correcte meting moet
bij
omgevingstemperatuur
honderden Ohm zijn.
Controleer de elektrische aansluiting van
de sensor met de printplaat.
Opmerkingen
EWYD 4Z
Multifunctionele units
elektrische
aansluiting
wordt
door
de
alle
ventilatoren
goed
staat
zijn
om
de
lezingen
van
de
ongeveer