Alle circuits zijn gestopt met een normale
uitschakelprocedure.
Het
belpictogram
beweegt
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
StartInhbtAmbTempLo
Kolom in het alarmlogboek:
StartInhbtAmbTempLo
Kolom in het alarm-snapshot
StartInhbtAmbTempLo
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
5.2.6 Fout Alarm van buitenluchttemperatuursensor
Dit alarm wordt gegenereerd elke keer dat de ingangsweerstand buiten een aanvaardbaar bereik ligt.
Probleem
Status unit is Uit.
Alle circuits zijn gestopt met een normale
uitschakelprocedure.
Het
belpictogram
beweegt
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffAmbTempSen
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffAmbTempSen
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffAmbTempSen
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
5.3
Alarmen bij snelle stop van unit
5.3.1 Alarm waterbevriezing van condensor
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de temperatuur van het (ingaande of uitgaande) water onder een
veiligheidsgrens gedaald is. De regeling probeert de warmtewisselaar te beschermen door de pomp te starten en het water
te laten circuleren.
Probleem
Status unit is Uit.
Alle circuits worden onmiddellijk gestopt.
Het
belpictogram
beweegt
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffCondWaterTmpLo
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffCondWaterTmpLo
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffCondWaterTmpLo
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
5.3.2 Alarm waterstromingsverlies van condensor
Dit alarm wordt gegenereerd om in geval van stromingsverlies op de koelmachine om de eenheid tegen mechanische
hogedrukactiveringen te beschermen.
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Multifunctionele units
De externe omgevingstemperatuur is lager
dan de waarde die ingesteld is in de
op
het
controller van de unit.
De
sensor
omgevingstemperatuur meet werkt niet
correct.
Oorzaak
De sensor is defect.
op
het
Sensor is kortgesloten.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Oorzaak
Te lage waterstroming.
op
het
De invoertemperatuur naar de verdamper
is te laag.
De stroomschakelaar werkt niet of er
stroomt geen water.
De temperatuur van het koelmiddel wordt
te laag (< -0.6°C); Controleer
waterstroming en het filter.
Sensormetingen (invoer of uitvoer) zijn niet
juist gekalibreerd
Verkeerde
bevriezingsgrens
controller van de unit ingesteld is.
Controleer
overeenstemming is met de werking van
de koelmachine dus de juiste toepassing
en het juiste gebruik van de koelmachine
controleren.
die
de
externe
Controleer of de BLT-sensor goed werkt in
overeenstemming met de informatie over
het bereik voor kOhm (k) in verband met
temperatuurwaarden.
Opmerkingen
Wordt automatisch gewist met een 2,5°C
van hysteresis.
Oplossing
Controleer de integriteit van de sensor.
Controleer of de sensoren goed werken
volgens de tabel en het toegestane kOhm
(k) bereik.
Controleer met een weerstandsmeter of de
sensor kortgesloten is.
Controleer of er in de elektrische contacten
geen vocht of water aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Opmerkingen
Oplossing
Verhoog de waterstroming.
Verhoog de invoertemperatuur van het
water.
Controleer de stroomschakelaar en de
waterpomp.
Geen goede uitwisseling in de verdamper.
de
Aflezing sensoren (ingaand of uitgaand)
zijn niet goed gekalibreerd.
Controleer de watertemperaturen met een
juist instrument en pas de afwijkingen aan.
instelwaarde
van
De bevriezingsgrens werd niet gewijzigde
als een functie van de glycolpercentage.
Opmerkingen
Het is nodig om te controleren of de
condensor heeft opgelopen omwille van dit
alarm.
of
deze
waarde
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
29/52
in