5
PROBLEEMOPLOSSING
De UC beschermt de unit en de onderdelen van werking onder abnormale omstandigheden. De veiligheidsvoorzieningen
kunnen onderverdeeld worden in preventies en alarmen. Alarmen kunnen vervolgens onderverdeeld worden in leegpomp-
alarmen en snelle stop-alarmen. Leegpomp-alarmen worden geactiveerd wanneer het systeem of subsysteem ondanks
abnormale bedrijfsomstandigheden een normale uitschakeling uit kan voeren. Snelle stop-alarmen worden geactiveerd
wanneer de abnormale bedrijfsomstandigheden vereisen dat het hele systeem of subsysteem onmiddellijk gestopt wordt
om mogelijke schade te voorkomen.
De UC geeft de actieve alarmen op een speciale pagina weer, en houdt een geschiedenis bij van de laatste 50
geregistreerde alarmen, die onderverdeeld worden in alarmen en bevestigingen. Tijd en datum voor elke alarmgebeurtenis
en voor elke bevestiging van een alarm worden opgeslagen.
De UC slaat ook een snapshot van elk opgetreden alarm op. Elk menu-item bevat een snapshot van de
bedrijfsomstandigheden vlak voordat het alarm opgetreden is. Er zijn verschillende sets snapshots zijn geprogrammeerd
die overeenkomsten met alarmen van de unit en de circuits, en die informatie bevatten om te helpen bij de foutdiagnose
In de volgende secties wordt tevens aangegeven hoe elk alarm gewist kan worden tussen het lokale HMI, netwerk (door
een van de hoge niveau interfaces Modbus, Bacnet of Lon) of als het specifiek alarm automatisch wordt gewist. De
volgende symbolen worden gebruikt:
5.1
Unit waarschuwingen
5.1.1 Slechte invoer stroombegrenzing
Dit alarm wordt gegenereerd wanneer de optie Flexibele stroombegrenzing ingeschakeld is en de invoer naar de controller
zich buiten het toegestane bereik bevindt.
Probleem
Status unit is Run
Het
belpictogram
beweegt
beeldscherm van de controller.
De
Flexibele
stroombegrenzing-functie
kan niet worden gebruikt.
Kolom in de alarmlijst:
BadCurrentLimitInput
Kolom in het alarmlogboek:
BadCurrentLimitInput
Kolom in het alarm-snapshot
BadCurrentLimitInput
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
5.1.2 Slechte invoer maximale vraag
Dit alarm wordt gegenereerd wanneer de optie Vraagbegrenzing ingeschakeld is en de invoer in de controller zich buiten
het toegestane bereik bevindt.
Probleem
Status unit is Run
Het
belpictogram
beweegt
beeldscherm van de controller.
Vraagbegrenzing-functie kan niet worden
gebruikt.
Kolom in de alarmlijst:
BadDemandLimitInput
Kolom in het alarmlogboek:
BadDemandLimitInput
Kolom in het alarm-snapshot
BadDemandLimitInput
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
22/52
Multifunctionele units
Toegestaan
Niet toegestaan
Niet voorzien
Oorzaak
Invoer flexibele stroombegrenzing buiten
op
het
bereik.
Voor deze waarschuwing wordt een
signaal dat minder is dan 3mA of meer dan
21mA beschouwd als zijnde buiten bereik.
Oorzaak
Maximale
vraag
op
het
bereik
Voor deze waarschuwing wordt een signaal
dat minder is dan 3mA of meer dan 21mA
beschouwd als zijnde buiten bereik.
Oplossing
Controleer
invoersignaal naar de controller van de
unit. Deze moeten binnen het toegestane
mA-bereik
Controleer de elektrische afscherming van
de
Controleer de juiste waarde van de uitgang
van de controller in het geval het
ingangssignaal binnen het toegestane
bereik ligt.
Opmerkingen
Wordt automatisch gewist wanneer het
signaal binnen het toegestane bereik
terugkeert.
Oplossing
invoerwaarde
buiten
Controleer
invoersignaal naar de controller van de
unit. Deze moeten binnen het toegestane
mA-bereik
Controleer de elektrische afscherming
van
Controleer de juiste waarde van de
uitgang van de controller in het geval het
ingangssignaal binnen het toegestane
bereik ligt.
EWYD 4Z
Multifunctionele units
de
waarden
van
het
liggen.
bedrading.
de
waarden
van
het
liggen;
de
bedrading.