3
Bediening van de basiscontroller
14
3.12.2 Nadraaitijd pomp
F 5
Deze parameter bepaalt de nadraaitijd van de ketelpomp in minuten.
De parameter kan herkend worden aan de letter "F". De instelling "F1d" betekent
dat de ketelpomp permanent draait.
Nadraaitijd pomp F
3.12.3 Tapwater
Deze parameter bepaalt of het tapwater door deze ketel opgewarmd wordt. De
C0
parameter kan herkend worden aan de letter "C". Bij de instelling "0" wordt ook
de vorstbeveiliging voor de drinkwaterleidingen gedeactiveerd.
Tapwater C
3.12.4 Toerental van de branderventilator
1.
Met deze beide parameters kan de toevoer van verbrandingslucht gecorrigeerd
worden. Zodoende kan de brander bij de inbedrijfstelling ingesteld worden.
2.
Luchtcorrectie
1e trap: 1.
Luchtcorrectie
2e trap: 2.
AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER
De parameters worden enkel weergegeven bij verwarmingsketels met een
digitale branderautomaat SAFe en bij branders, bij dewelke deze correctie
elektronisch mogelijk is.
Montage- en bedieningsvoorschrift Basiscontroller BC10 • Uitgave 10/2004
Invoerbereik
1 − 60 min
24 h ("F1d")
Invoerbereik
0 (geen tapwater)
1 (tapwater)
Invoerbereik
–9 tot +9
–9 tot +9
Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Fabrieksinstelling
5 min
Fabrieksinstelling
In functie van de ketel
Fabrieksinstelling
In functie van de brander
In functie van de brander