Werking
Toetsen
De 6 toetsen hebben de volgende functies:
MODE = keuze toets programma,
STEP = verhogen van het stapnummer/programmeren,
STORE = opslaan van de instelling,
+
= verhogen van de instelling,
-
= verlagen van de instelling,
RESET = ontgrendeltoets.
Met de 'MODE'-toets kan uit een aantal programma's worden
gekozen:
• bedrijfssituatie,
(zie ook paragraaf 7.2)
• uitleesprogramma (punt knippert),
(zie ook paragraaf 7.2)
4.3 Ventilatieschakelaar
Wannneer een ventilatieschakelaar is aangebracht (aansluiting
10, 11 en 12 op 20-polige connector), kan de gebruiker een aantal
bedrijfssituaties instellen:
Positie op 20-polige
connector
10-12
-
–
-
10-11
-
Ventilatiestand uit (stand-by)
Systeemventilator geregeld door systeemtemperatuurvoeler; bij geen warmtevraag staat de systeem-
ventilator stil
Comfortstand (normaal)
Systeemventilator geregeld door systeemtemperatuurvoeler; bij geen warmtevraag systeemventilator
continu op minimum luchthoeveelheid
Verhoogde ventilatiestand (hoog)
Systeemventilator continu op maximaal ingestelde luchthoeveelheid
Elan 10
• storingssignalering (letter "F" en storingsnummer
knipperen tegelijk),
(zie ook paragraaf 7.3)
• instelprogramma (punt brandt, stap- en uitleeswaarde wor-
den om en om weergegeven).
(Alleen toegankelijk voor de installateur na invoeren toe-
gangscode, uitgezonderd stap 1 t/m 4; zie basis-instellingen
bijlage inspectierapport)
Het display geeft standaard de bedrijfssituatie weer; heeft men
een ander programma gekozen dan zal na enige tijd het toestel
automatisch de bedrijfssituatie weergeven.
In bijlage "Inspectierapport" van dit installatievoorschrift kan de
installateur de door hem ingestelde waarden van het instelpro-
gramma vastleggen.
1e druk november 2003
Hoofdstuk 4
5306-A
7