Bedieningsinstructie
7.2 Stoppen van het aggregaat.
Schakel de gebruikers één voor één uit.
Schakel de generator hoofdschakelaar (7) uit.
Laat het aggregaat ca. 5 minuten onbelast lopen om af te koelen.
Draai de sleutel van het contactslot op "STOP". De motor stopt.
Neem de contactsleutel uit het slot.
7.3 Noodstop.
Aan de buitenkant van de omkasting zit de noodstop. Met de noodstop kan het aggregaat in een
noodsituatie uitgeschakeld worden. Na indrukken van de noodstop wordt de generatorhoofd-
schakelaar direct afgeschakeld en valt het aggregaat stil. Het lampje van de noodstop-
resetschakelaar (19) zal oplichten. Bij noodstopgebruik blijven diverse delen van het aggregaat
onder spanning staan. Deze zullen stroom blijven gebruiken en daardoor de accu's ontladen. De
noodstop mag daarom niet gebruikt worden als alternatief voor de voorgeschreven uitschakelpro-
cedure, zie paragraaf 7.2.
Het aggregaat is niet opnieuw te starten totdat de noodstop ontgrendeld wordt. Dit mag alleen
als de aanleiding voor het indrukken is opgelost. Herstel de noodstop door deze linksom te draai-
en. Druk vervolgens op de resetschakelaar (19). Het lampje zal dan uitgaan. Het aggregaat kan
opnieuw gestart worden.
LET OP!
De noodstop dient tijdens gebruik zichtbaar en bereikbaar te zijn.
De noodstopknop aan de buitenzijde van de omkasting is voorzien van een klepje dat de knop
afdekt tegen oneigenlijk gebruik b.v. vandalisme.
7.4 Aardlekbeveiliging (optioneel)
Het aggregaat kan voorzien zijn van aardlekschakelaar(s) en/of van een aardlekbeveiligingsmodule
in de besturingskast. Bij gebruik van een externe verdeelkast zal deze optie doorgaans geïnstal-
leerd zijn door Bredenoord.
Bij een aardfout schakelt de beveiligingsmodule de hoofdschakelaar uit. Het indicatielampje
"AARDFOUT" (15) gaat branden. Opnieuw inschakelen van de hoofdschakelaar is pas mogelijk
ná herstel van de aardfout.
Spoor de oorzaak van de aardfout op en herstel deze.
Druk op de aardfout reset schakelaar (gecombineerd
met het indicatielampje (15) om de aardfout te resetten.
Schakel de hoofdschakelaar weer in.
Aanbevolen wordt om voor ieder gebruik van het aggregaat
de aardlekbeveiligingsmodule te testen. Dit geldt ook voor
de (optioneel) toegepaste aardlekschakelaars.
Test de module op de navolgende wijze.
Start het aggregaat zoals beschreven in hoofdstuk 5.1
Schakel de hoofdschakelaar in.
De groene LED (on) op de aardlekmodule brandt.
© - Bredenoord Aggregaten – 300 kVA v1.2 november 2009
Figuur 7
19