9
Bijlage A
Aanwijzingen en voorschriften voor het gebruik in
9.2 Soorten gebruik volgens voorschrift in
Toelichting:
De maximale oppervlaktetemperaturen resulteren uit de steeds maximaal toegestane omgevings- resp. gebruikstemperatuur
T
vermeerderd met de maximale temperatuurverhoging
a
1)
De omgevings- resp. gebruikstemperatuur T
beperkt.
2. Mijnwezen
Apparatengroep I van de categorie M2 (koppeling is voor apparatencategorie M1 niet vrijgegeven).
Toegestane omgevingstemperatuur - 30 °C tot + 140 °C.
9.3 Controle intervallen voor koppelingen in
Explosiegroep
Voor koppelingen, die in categorie 3G of 3D zijn ingedeeld, geldt de voor het normaal
bedrijf gebruikelijke gebruikers- en montagehandleiding. In het normaal bedrijf, dat ten
3G
grondslag ligt aan de ontstekingsgevarenanalyse, zijn de koppelingen vrij van
ontstekingsbronnen. Er dient alleen rekening te worden gehouden met de door
3D
zelfverwarming bepaalde en van het koppelingstype afhankelijke temperatuurverhoging:
De draaispelingscontrole en de visuele controle van de lamellenpakketten moeten na de
inbedrijfstelling van de koppeling voor de eerste keer na 3000 h bedrijfsuren, of uiterlijk na
6 maanden, worden uitgevoerd.
Als er bij deze eerste inspectie irrelevante of geen slijtage van de lamellenpakketten wordt
II 2GD c IIB
vastgesteld, dan kunnen bij dezelfde bedrijfsparameters de verdere inspectie-intervallen
T1, T2, T3,
steeds na 6000 bedrijfsuren, uiterlijk na 18 maanden, worden uitgevoerd.
T4, T5, T6
Als er bij de eerste inspectie sprake is van een verhoogde slijtage, waardoor reeds een
vervanging van de lamellenpakketten aangeraden zou moeten worden, dient de oorzaak,
voor zover mogelijk, volgens de tabel „Bedrijfsstoringen" te worden vastgesteld.
De onderhoudsintervallen dienen dan absoluut aan de gewijzigde bedrijfsparameters te
worden aangepast.
De draaispelingscontrole en de visuele controle van de lamellenpakketten moeten na de
inbedrijfstelling van de koppeling voor de eerste keer na 2000 h bedrijfsuren, of uiterlijk na
3 maanden, worden uitgevoerd.
Als er bij deze eerste inspectie irrelevante of geen slijtage van de lamellenpakketten wordt
vastgesteld, dan kunnen bij dezelfde bedrijfsparameters de verdere inspectie-intervallen
II 2GD c IIC
steeds na 4000 bedrijfsuren, uiterlijk na 12 maanden, worden uitgevoerd.
T1, T2, T3,
T4, T5, T6
Als er bij de eerste inspectie sprake is van een verhoogde slijtage, waardoor reeds een
vervanging van de lamellenpakketten aangeraden zou moeten worden, dient de oorzaak,
voor zover mogelijk, volgens de tabel „Bedrijfsstoringen" te worden vastgesteld.
De onderhoudsintervallen dienen dan absoluut aan de gewijzigde bedrijfsparameters te
worden aangepast.
Waarschuwingsopmerking
ISO 16016 in acht nemen.
RIGIFLEX
Gebruikers-/montagehandleiding
wordt door de toegestane temperatuur bij continu gebruik tot + 250°C
a
Getekend:
02.01.2017 Kb
Gecontroleerd:
02.01.2017 Kb
®
-N
-gebieden
-gebieden
T van 10 K waarmee rekening moet worden gehouden.
-gebieden
Controle intervallen
®
-N: T = 10 K
voor RIGIFLEX
Vervanging voor:
Vervangen door:
KTR-N
47410 NL
Blad:
17 van 20
Uitgave:
11
KTR-N d.d. 16-08-2016