Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

5

Inbedrijfstelling

Voor de inbedrijfstelling van de koppeling de aantrekking van de stelschroeven in de naven controleren, de
uitlijning en de afstandsmaat E controleren en evt. corrigeren alsmede alle schroefverbindingen al naargelang
koppelingstype controleren wat betreft aanhaalmoment.
Bij gebruik in het Ex-bereik moeten de stelschroeven voor de naafbevestiging alsmede alle
schroefverbindingen extra tegen losdraaien beveiligd worden, bv. vastplakken met Loctite
(medium sterk).
Vervolgens dient de koppelingsbescherming tegen onbedoeld aanraken te worden aangebracht.
De afdekking moet elektrisch geleidend zijn en in de potentiaalvereffening opgenomen worden. Als
verbindingselement tussen pomp en E-motor zijn aluminium pompsteunen (magnesiumpercentage lager dan
7,5%) en dempingsringen (NBR) toegestaan. Het verwijderen van de afdekking is alleen bij stilstand toegestaan.
Tijdens de werking van de koppeling dient op volg. gelet te worden
 veranderde aandrijfgeluiden
 optredende trillingen.
Bij het gebruik van de koppelingen in stofexplosiegevaarlijke gebieden zoals in kolenmijnen
dient de exploitant erop te letten, dat er zich tussen afdekking en koppeling geen stof in
gevaarlijke hoeveelheid ophoopt. De koppeling mag niet in stof draaien.
Voor afdekkingen met niet gesloten openingen in de bovenzijde dienen bij het gebruik van
de koppelingen als apparaten van de apparatengroep II geen lichtmetalen gebruikt worden
(indien mogelijk uit roestbestendig staal).
Bij het gebruik van de koppelingen in kolenmijnen (apparatengroep I M2) mag de afdekking
niet uit lichtmetaal bestaan, en moet deze bovendien hogere mechanische belastingen
kunnen weerstaan dan bij het gebruik als apparaten van de apparatengroep II.
De minimumafstand „Sr" van de veiligheidsinrichting tot draaiende delen moet minstens de hieronder genoemde
waarden hebben.
Als de veiligheidsinrichting als afdekking wordt uitgevoerd, dan kunnen vanuit het perspectief van de
explosiebeveiliging regelmatige openingen aangebracht worden, die onderstaande afmetingen niet mogen
overschrijden:
Openingen
Cirkelvormig - max. diameter
Rechthoekig - max. zijlengte
Rechte of gebogen gleuf - max.
zijlengte/-hoogte
Als er tijdens de werking van de koppeling onregelmatigheden worden vastgesteld, dan
!
moet de aandrijfeenheid meteen uitgeschakeld worden. De oorzaak van de storing dient met
behulp van de tabel „Bedrijfsstoringen" te worden vastgesteld en, indien mogelijk, volgens
de voorstellen verholpen te worden. De opgesomde mogelijke storingen kunnen alleen
aanknopingspunten zijn. Voor het zoeken naar fouten moet rekening worden gehouden met
alle bedrijfsfactoren en machinecomponenten.
Coating van de koppeling:
Als er gecoate (grondlaag, verflagen, ...) koppelingen in het Ex-bereik gebruikt worden, dan
dient de vereiste wat betreft de geleidbaarheid en de laagdikte in acht te worden genomen.
Bij het aanbrengen van verf tot 200 μm is geen elektrostatische oplading te verwachten.
Meervoudige applicaties met laagdiktes van meer dan 200 μm voor explosiegroep IIC zijn
niet toegestaan.
Waarschuwingsopmerking
ISO 16016 in acht nemen.
RIGIFLEX
Gebruikers-/montagehandleiding
Bovenzijde
4
4
niet toegestaan
Getekend:
02.01.2017 Kb
Gecontroleerd:
02.01.2017 Kb
®
-N
Afdekking [mm]
Zijdelen
8
8
8
Vervanging voor:
Vervangen door:
KTR-N
47410 NL
Blad:
13 van 20
Uitgave:
11
Afstand „Sr"
 10
 10
 20
KTR-N d.d. 16-08-2016

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave