Opstellen
5.3
Leidingen aansluiten
5.4
Regel- en begrenzingsventielen
16
|
www.gd-elmorietschle.com © Gardner Denver Schopfheim GmbH, Gardner Denver Deutschland GmbH
a) Vacuümaansluiting bij afb. 2/A en drukaanslui-
ting bij afb. 2/B.
LET OP
Materiële schade door te grote krachten en
draaimomenten vanuit de leidingen op het ag-
gregaat.
Draai de leidingen uitsluitend met de hand vast.
Bij een te dunne en/of te lange drukleiding
gaat het debiet van de compressor omlaag.
b) Controleer of de drukleiding correct is aangeslo-
ten.
LET OP
Lengte van de aansluitleidingen
Bij aansluitleidingen (met dezelfde diameter als de
aansluiting op het apparaat) van meer dan 3 m lengte
is het verstandig om terugslagventielen (ZRK) in te
bouwen om teruglopen te voorkomen zodra het
apparaat wordt uitgeschakeld.
De vereiste druk- en vacuümbereiken kunnen met
het drukregelventiel (afb. 2/D) en het vacuümregel-
ventiel (afb. 2/C) worden ingesteld door aan de re-
gelknop te draaien, zoals aangegeven op het plaatje
op de draaiknop.
LET OP
Apparaten niet zonder de standaard regel- en
begrenzingsventielen gebruiken
Als de toegestane compressie-einddruk en het
toegestane vacuüm (zie typeplaatje) worden over-
schreden, kan het apparaat beschadigd raken.