11
|
Inbedrijfstelling
11.3 Proefdraaien
11.3.1 Proefdraaien met de gebruikersinterface
Uitgebreide handleiding voor de installateur
52
De juiste buismaten werden geplaatst en de leidingen zijn goed en op de juiste manier
geïsoleerd.
De afsluiters (gas en vloeistof) op de buitenunit staan volledig open.
Voorwaarde: De gegevens van de voeding MOETEN binnen het opgegeven bereik
vallen.
Voorwaarde: Proefdraaien is mogelijk in de stand koelen of verwarmen.
Voorwaarde: Proefdraaien moet worden uitgevoerd volgens de instructies in de
gebruiksaanwijzing van de binnenunit om zeker te zijn dat alle functies en
onderdelen goed werken.
1 In de koelstand, selecteer de laagst programmeerbare temperatuur. In de
verwarmingsstand, selecteer de hoogst programmeerbare temperatuur.
Indien nodig kan proefdraaien worden gedeactiveerd.
2 Stel de temperatuur op normaal niveau in wanneer het proefdraaien
beëindigd is. In de koelstand: 26~28°C, in de verwarmingsstand: 20~24°C.
3 Het systeem stopt 3 minuten na het uitschakelen van de unit.
1 Druk op
om het systeem in te schakelen.
2 Druk tegelijk op het midden van
3 Druk twee keer op
Gevolg:
op het display geeft aan dat proefdraaien geselecteerd is. Het
proefdraaien stopt automatisch na ongeveer 30 minuten.
4 Druk op de ON/OFF-knop om sneller te stoppen.
en
.
om
te kiezen en druk op
om te bevestigen.
CVXM20+FVXM25~50A2V1B
Split-systeemairconditioners
4P625991-1B – 2020.10