Dit gedeelte geeft een basisoverzicht van het instrument en zijn werking.
1.1
Werkingsprincipe
De Satellite XT is een gasbewakingsinstrument dat speciaal werd ontworpen voor
de voortdurende bewaking van gevaarlijke gasconcentraties. Het instrument werd
ontworpen gekoppeld aan de standaard (0) 4 ... 20 mA alarm- of controlesystemen.
D oelgas en meetbereik zijn afhankelijk van het type gekozen sensor. De sensor
wordt geleverd met de specifieke gegevens in het interne gegevensgeheugen. Bij het
plaatsen van een nieuwe sensor worden deze gegevens in het interne geheugen van
het instrument geladen.
Satellite XT versies 4-20 mA en 4-20 mA/R gebruiken elektrochemische sensoren
voor het bewaken van giftige en agressieve gassen bij grenswaarden. De
signaaluitgang van de sensor wordt elektronisch versterkt en gedigitaliseerd, de
uiteindelijke concentratiewaarde wordt naar het communicatienetwerk verzonden.
De Satellite XT 4-20 mA/C en 4-20 mA/C/R wordt gebruikt voor controle van
brandbare gassen en dampen. Deze instrumentversie gebruikt katalytische
sensoren, en wordt in de fabriek geijkt voor het detecteren van methaan in
luchtmengsels met concentraties tot 5 %-vol. (100 % LEL Lower Explosion Limit).
De signaaluitgang van de sensor wordt elektronisch versterkt en gedigitaliseerd, de
uiteindelijke concentratiewaarde wordt naar het communicatienetwerk verzonden.
Om verschillende andere brandbare gassen te kunnen bewaken, kan men een
correctiefactor, de "K-factor", invoeren.
De Satellite XT versies 4-20 mA/R en 4-20 mA/C/R bevat de relaisoptie en voorziet
3 eenpolige-eenwegsrelais voor het activeren van de externe alarmapparaten.
Wanneer de feitelijke gasconcentratie de alarmdrempels overschrijdt, zal het
instrument het juiste alarmrelais activeren en een overeenkomstige boodschap tonen.
Bij een instrumentfout wordt ook een relais geactiveerd.
1.2
Werkingstoestanden
Er zijn vier verschillende werkingstoestanden voor de Satellite XT: de
Bewakingsmodus, de Onderhoudsmodus, de Waarschuwingsmodus en de
Diagnostiek. Afhankelijk van de geselecteerde werkingstoestand brandt, dooft of
knippert de groene status-led.
1.2.1
Bewakingsmodus
De Bewakingsmodus is de standaard werkingsmodus van het instrument.
De groene led boven de <set>-toets brandt.
In de Bewakingsmodus controleert het instrument voortdurend op gevaarlijke
gasconcentraties, alarmdrempels en instrumentfouten.
De zelfdiagnose van het instrument biedt online preventieve onderhoudsinformatie,
met de identificatie van problemen met elektronica of sensoren. Iedere 24 uur wordt
bijvoorbeeld een zelftest op een sensor uitgevoerd. De zelftest voor de sensor is niet
beschikbaar voor instrumenten die zuurstofsensoren of katalytische sensoren gebruiken.
Satellite XT 4-20 mA Versies
Basiswerking – Hoofdstuk 1
1-1