Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruikshandleiding
Satellite XT 4-20 mA Versies
Satellite XT 9602-0200 4-20 mA
Satellite XT 9602-0205 4-20 mA/R
Satellite XT 9602-0250 4-20 mA/C
Satellite XT 9602-0255 4-20 mA/C/R
Met opties:
Extractieve Module XT
Pyrolyzer Module XT

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Honeywell MST Satellite XT 4-20 mA Series

  • Pagina 1 Gebruikshandleiding Satellite XT 4-20 mA Versies Satellite XT 9602-0200 4-20 mA Satellite XT 9602-0205 4-20 mA/R Satellite XT 9602-0250 4-20 mA/C Satellite XT 9602-0255 4-20 mA/C/R Met opties: Extractieve Module XT Pyrolyzer Module XT...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Table of Contents Hoofdstuk 1 Basiswerking pagina Werkingsprincipe Werkingstoestanden 1.2.1 Bewakingsmodus 1.2.2 Onderhoudsmodus 1.2.3 Waarschuwingstoestand 1.2.4 Diagnostiek Menustructuur 1.3.1 Menu Onderhoud 1.3.2 Menu ijking 1.3.3 Menu configuratie Werkingselementen 1.4.1 Toetsenbordfuncties 1.4.2 Grafische display 1.5 Technische specificaties Hoofdstuk 2 Installatie en opstarten Algemene richtlijnen Standaardmontage Kanaalmontage 2.3.1...
  • Pagina 3 Hoofdstuk 6 Configuratie pagina Alarminstellingen 6.1.1 Alarm 1 6.1.2 Alarm 2 Taal Datumformaat Automatische zelftest Beveiliging Wachtwoord 6-10 Locatie 6-10 6.8 Nieuw sensortype 6-11 Gasnaam 6-11 6.10 Onderhoudssignaal 6-12 6.11 Waarschuwingssignaal 6-12 6.12 4-20 mA bereik 6-13 6.13 Relais 6-13 Hoofdstuk 7 Problemen oplossen Waarschuwings- en storingsmeldingen 7.1.1...
  • Pagina 4: Werkingsprincipe

    Basiswerking – Hoofdstuk 1 Dit gedeelte geeft een basisoverzicht van het instrument en zijn werking. Werkingsprincipe De Satellite XT is een gasbewakingsinstrument dat speciaal werd ontworpen voor de voortdurende bewaking van gevaarlijke gasconcentraties. Het instrument werd ontworpen gekoppeld aan de standaard (0) 4 … 20 mA alarm- of controlesystemen. D oelgas en meetbereik zijn afhankelijk van het type gekozen sensor. De sensor wordt geleverd met de specifieke gegevens in het interne gegevensgeheugen. Bij het plaatsen van een nieuwe sensor worden deze gegevens in het interne geheugen van het instrument geladen.
  • Pagina 5: Alarmniveau-Instellingen

    Basiswerking – Hoofdstuk 1 1.2.1.1 Alarmniveau-instellingen De instellingen voor Alarmniveau 1 en 2 worden automatisch geladen bij installatie van de sensor. Standaardinstellingen zijn 1x en 2x TLV of 20 en 40 % LEL voor het doelgas. Met de Alarminstelfunctie in het Configuratiemenu kan de gebruiker de alarmdrempels volgens eigen behoefte aanpassen. Wanneer de concentratie doelgas de vooraf ingestelde of aangepaste alarmdrempels overschrijdt, zal het instrument deze concentratiealarmtoestand op het lcd-scherm tonen.
  • Pagina 6: De Waarschuwingstoestand Terugzetten

    Basiswerking – Hoofdstuk 1 1.2.3.1 De Waarschuwingstoestand terugzetten Druk op de <set>-toets om te bevestigen en een Waarschuwingstoestand terug te zetten. Zie Hoofdstuk 7, Problemen oplossen voor specifieke waarschuwingen. 1.2.4 Diagnostiek Instrumentstoringen wijzen op een probleem dat het instrument belet om correct te werken, concentratiealarmen of de weergave ervan verhindert. Wanneer het instrument een instrumentstoring heeft ontdekt, wordt een constant uitgangssignaal in het bereik van 0 en 2,0 mA naar de aangesloten controlesystemen gezonden. De groene status-led is gedoofd. De lcd-display knippert en geeft een...
  • Pagina 7: Werkingselementen

    Basiswerking – Hoofdstuk 1 Werkingselementen Bevinden zich aan de voorzijde van de Satellite XT. S a t e l l i t e Dit zijn: A s H 3 0.00 - de grafische display - het toetsenbord met 6 toetsen - de groene status-led boven de <set>-toets . 1.4.1 Toetsenbordfuncties Satellite XT...
  • Pagina 8 Basiswerking – Hoofdstuk 1 Technische gegevens Satellite XT Versie 4-20 mA 4-20 mA/R 4-20 mA/C 4 - 20 mА/C/R Onderdeelnummer 9602-0200 9602-0205 9602-0250 9602-0255 Gebruikt sensortype elektrochemisch katalytisch Stroomvereisten 12 ... 24 VDC spanning verbruik max. 1 W max. 1,8 W max.
  • Pagina 9: Algemene Richtlijnen

    Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Dit hoofdstuk gaat over de installatie en de initiële opstartprocedures. Algemene richtlijnen Hou rekening met de onderstaande aspecten voordat u het instrument plaatst. Het bezit van doelgas (lichter of zwaarder dan lucht) moet in acht worden genomen. Het instrument moet zo dicht mogelijk bij de bewakingslocatie worden geplaatst.
  • Pagina 10 Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Een L-vormige montageplaat met DIN-rail is optioneel beschikbaar voor toepassingen waarbij een muurmontage onmogelijk is. 86,0 Ø 4 mm (4x) Optionele L-vormige montageplaat met DIN-rail (P/N 9602.0051.10.01) ! Opmerking: Schakel de stroom pas in als het instrument startklaar is! Satellite XT 4-20 mA Versies...
  • Pagina 11: Kanaalmontage

    Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Kanaalmontage Volg de installatierichtlijnen voor het instrument. Voor montage en installatie van de sensoruitbreiding, zie onderstaande schema’s en keerzijde. 2.3.1 De sensoruitbreiding op het instrument aansluiten 1. Sluit de houder (A) aan op de pen in het sensorcompartiment onderaan de Satellite XT.
  • Pagina 12: De Sensoruitbreiding Op Het Kanaal Aansluiten

    Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 2.3.2 De sensoruitbreiding op het kanaal aansluiten Kanaal 5,2cm *) Installatie van het zadel voor 3,3cm kanaalmontage verschillende soorten beschikbaar, zie lijst wisselstukken, Hoofdstuk 8, Referentie-informatie 2,6cm 2,6cm Satellite XT Sensor Sensoruitbreiding Kanaal Satellite XT Satellite XT 4-20 mA Versies...
  • Pagina 13: Netwerkbedrading

    Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Netwerkbedrading Uitgangen aansluitdoos Het instrument wordt verzonden met 2 m afgeschermde 4-20 mA uitgang 3-draadskabel, permanent aangesloten op de onderzijde bruin van de eenheid. (gemeenschappelijk) groen 12 … 24 V DC Het open kabeleinde moet op een aansluitdoos worden vermogen aangesloten: afscherming kabelafscherming...
  • Pagina 14: Relaisbedrading

    Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Relaisbedrading Instrumenten met relaisoptie hebben een Relaiscontacten extra afgeschermde 6-draadskabel vanaf de Alarm 1 relais onderzijde van het instrument. Deze kabel is 3 bruin Alarm 1 relais m lang en is ook permanent op het instrument aangesloten.
  • Pagina 15 Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Satellite XT 4-20 mA FMS 8710 Single-point Controller 0.00 Only Satellite XT with relay option 6-wire shielded cable 3-wire shielded cable, 3 m provided with instrument max. 2 meters AsH3 Junction Box 4-wire shielded cable, max.
  • Pagina 16 Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Satellite XT 4-20 mA Satellite XT 4-20 mA with relay option 3-wire shielded cable, 3-wire shielded cable, Junction Box max. 2 meters max. 2 meters 3-wire shielded cable 3-wire shielded cable 230 / 115 VAC Bedradingsschema Satellite XT 4-20 mA en PLC Satellite XT 4-20 mA Versies...
  • Pagina 17: Eerste Keer Opstarten

    Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Eerste keer opstarten Wanneer de bedrading is voltooid, moet aan ieder instrument een sensor worden toegewezen. Iedere sensor is geijkt voor gas, de sensorspecifieke ijkparameters worden in het interne gegevensgeheugen bewaard. Zorg ervoor dat alleen sensors die ontworpen zijn voor de Satellite XT worden gebruikt. A f-fabriek worden de instrumenten zowel ongeconfigureerd als vooraf geconfigureerd verzonden op vraag van de klant.
  • Pagina 18: De Hoofdmenuschermen

    Hoofdmenu - Hoofdstuk 3 Dit hoofdstuk gaat over de verschillende bewakingstoestanden en de submenu's die beschikbaar zijn in het Hoofdmenu. De Hoofdmenuschermen Bij het drukken op de <esc>-toets zal het instrument de Bewakingsmodus afsluiten en naar het Hoofdmenu gaan. Het instrument bevindt zich nu in Onderhoudsmodus. De groene led brandt niet.
  • Pagina 19: Hoofdmenu - Bewaking

    Hoofdmenu - Hoofdstuk 3 Hoofdmenu - Bewaking M E N U Het instrument bevindt zich in Onderhoudsmodus. MON I T OR I NG De groene led is gedoofd. Beweeg met de cursortoetsen <up> of <down> s e l e c t : naar boven of naar beneden in het Hoofdmenu.
  • Pagina 20: Hoofdmenu - Onderhoud

    Hoofdmenu - Hoofdstuk 3 Hoofdmenu - Onderhoud M E N U Het instrument bevindt zich in Onderhoudsmodus. MA I N T E N A N C E De groene led is gedoofd. Beweeg met de cursortoetsen <up> of <down> s e l e c t : naar boven of naar beneden in het Hoofdmenu.
  • Pagina 21: Hoofdmenu - Ijking

    Hoofdmenu - Hoofdstuk 3 Hoofdmenu - IJking M E N U Het instrument bevindt zich in Onderhoudsmodus. De C A L I B R A T I ON groene led is gedoofd. Beweeg met de cursortoetsen <up> of <down> naar s e l e c t : boven of naar beneden in het Hoofdmenu.
  • Pagina 22 Hoofdmenu - Hoofdstuk 3 Hoofdmenu - Configuratie M E N U Het instrument bevindt zich in Onderhoudsmodus. De CON F I GU R A T I ON groene led is gedoofd. Beweeg met de cursortoetsen <up> of <down> naar s e l e c t : boven of naar beneden in het Hoofdmenu.
  • Pagina 23: Hoofdmenu - Configuratie

    Hoofdmenu - Hoofdstuk 3 Hoofdmenu continued vervolg - Configuratie Submenu's - Configuratie Locatie C O N F I G U R A T I O N scherm 7 van 13 L OC A T I ON s e l e c t : C O N F I G U R A T I O N Nieuw sensortype N EW S E N S OR T Y P E...
  • Pagina 24: Onderhoud Sensor

    Onderhoud - Hoofdstuk 4 Dit hoofdstuk gaat over de procedures voor routineonderhoud, waaronder het vervangen van een sensor en specifieke informatie over de sensor en het instrument. Hoofdmenu - Onderhoud M E N U Het instrument bevindt zich in de Onderhoudsmodus. MA I N T E N A N C E De groene led is gedoofd.
  • Pagina 25 Onderhoud - Hoofdstuk 4 Onderhoud sensor M A I N T E N A N C E Een sensor vervangen door een nieuwe sensor met S E N S OR S E R V I C E hetzelfde onderdeelnummer. Zie hoofdstuk 8 voor sensorinformatie.
  • Pagina 26 Onderhoud - Hoofdstuk 4 Apparaatinformatie M A I N T E N A N C E Gebruikt voor het opvragen van instrumentspecifieke D E V I C E I N F O S informatie, zoals softwareversie en ID-nummer. Deze gegevens zijn over het algemeen nodig voor s e l e c t : onderhoud.
  • Pagina 27: Sensorinformatie

    Onderhoud - Hoofdstuk 4 Sensorinformatie M A I N T E N A N C E Toont specifieke informatie over de huidige S E N S OR I N F O S geïnstalleerde sensor, zoals onderdeelnummer, serienummer, datum eerste ijking, gevoeligheid s e l e c t : en revisienummer.
  • Pagina 28: Gevoeligheid

    Onderhoud - Hoofdstuk 4 Sensorinformatie continued vervolg Gevoeligheid S E N S O R I N F O S Gebruik de <set>-toets om de sensorgevoeligheid S E N S I T I V I T Y op te vragen die bij de eerste ijking werd vastgelegd. s e l e c t : <Huidige gevoeligheid>...
  • Pagina 29: Apparaat Terugzetten

    Onderhoud - Hoofdstuk 4 Apparaat terugzetten M A I N T E N A N C E Biedt de mogelijkheid om het instrument R E S E T D E V I C E "warm te starten". Druk op de <set>-toets om te selecteren. s e l e c t : Bent u zeker? R E S E T D E V I C E...
  • Pagina 30: Gasijking

    IJking - Hoofdstuk 5 Dit hoofdstuk gaat over de ijkprocedures voor de Satellite XT. IJking kan zowel automatisch, door een dynamische gasijking, als manueel, door het invoeren van een berekende correctiefactor, de K-factor, worden uitgevoerd. Dit hoofdstuk omvat ook de elektronische ijkprocedures voor de (0) 4-20 mA analoge interface. Hoofdmenu - IJking M E N U Het instrument bevindt zich in Onderhoudsmodus.
  • Pagina 31: Nulijking

    IJking - Hoofdstuk 5 Gasijking C A L I B R A T I O N Het submenu gasijking wordt gebruikt voor dynamische G A S C A L I B R A T I ON ijking. Gebruik voor de nulijking zuivere of synthetische lucht, vrij van meetgas of andere storende gassen. De s e l e c t : sensor moet voor de ijking worden opgewarmd.
  • Pagina 32: Bereikinstelling

    IJking - Hoofdstuk 5 continued vervolg Gasijking Bereikinstelling G A S C A L I B R A T I O N Bereikinstelling is van toepassing op alle sensoren, S P A N A D J U S T met inbegrip van zuurstofsensoren. Gebruik de <set>-toets om naar de nulijking te gaan.
  • Pagina 33: Manuele K-Factor

    IJking - Hoofdstuk 5 Manuele K-factor C A L I B R A T I O N Dit submenu wordt gebruikt om het instrument MA N U A L K - F A C T OR manueel te ijken door het ingeven van een nieuwe K-factor.
  • Pagina 34: Uitgangsstroom

    IJking - Hoofdstuk 5 Uitgangsstroom C A L I B R A T I O N Het uitgangssignaal in het bereik 4 - 20 mA is C U R R E N T OU T P U T voorgeprogrammeerd in overeenstemming met het nominale bereik van het doelgas met 4 mA als s e l e c t : nulconcentratie en 20 mA als maximum van de...
  • Pagina 35: Alarminstellingen

    Configuratie - Hoofdstuk 6 Dit hoofdstuk beschrijft de standaardconfiguratie van het instrument en de procedure om deze aan individuele behoeften aan te passen. Hoofdmenu - Configuratie M E N U Het instrument bevindt zich in de Onderhoudsmodus. CON F I GU R A T I ON De groene led is gedoofd. Beweeg met de cursortoetsen <up>...
  • Pagina 36: Locatie

    Configuratie - Hoofdstuk 6 Hoofdmenu - Configuratie continued vervolg Submenu's - Configuratie Locatie C O N F I G U R A T I O N scherm 7 van 13 L OC A T I ON s e l e c t : Nieuw sensortype C O N F I G U R A T I O N scherm 8 van 13...
  • Pagina 37: Alarminstellingen

    Configuratie - Hoofdstuk 6 Alarminstellingen C O N F I G U R A T I O N Laat de gebruiker toe om verschillende instellingen A L A RM S E T T I NG S in te voeren of te wijzigen voor het activeren van Alarm 1 en Alarm 2.
  • Pagina 38 Configuratie - Hoofdstuk 6 Alarm 1 A L A R M S E T T I N G S Hiermee kan de gebruiker alle parameters instellen A L A RM 1 voor het activeren van Alarm 1 (laagste alarmniveau). s e l e c t : Alarm 1 Status Gebruikt voor het in- en uitschakelen van de A L A R M 1...
  • Pagina 39 Configuratie - Hoofdstuk 6 Alarm 1 Status A L A R M 1 Gebruikt voor het in- en uitschakelen van de activering A L A RM 1 S T A T E van Alarm 1. Standaardinstelling ingeschakeld. Druk op de <set>-toets om verder te gaan. Het instrument zal de s e l e c t : huidige instelling tonen.
  • Pagina 40 Configuratie - Hoofdstuk 6 Alarm 1 Inschakelen A L A R M 1 Gebruikt voor het bepalen van de inschakelvoorwaarde A L A RM 1 T R I GG E R voor activering van Alarm 1. Standaardinstelling is Groter Dan. Druk op de <set>- s e l e c t : toets om verder te gaan.
  • Pagina 41 Configuratie - Hoofdstuk 6 Alarm 2 A L A R M S E T T I N G S Hiermee kan de gebruiker alle parameters instellen A L A RM 2 voor het activeren van Alarm 2 (hoogste alarmniveau). s e l e c t : Volg voor alle verdere instellingen voor Alarm 2 de procedures beschreven in het overeenkomstige gedeelte voor de instellingen van Alarm 1.
  • Pagina 42 Configuratie - Hoofdstuk 6 Taal C O N F I G U R A T I O N Gebruikt voor het selecteren van de gewenste L A NGU A G E taal voor de menubediening. Standaard op Engels ingesteld. s e l e c t : Druk op de <set>-toets om verder te gaan.
  • Pagina 43: Beveiliging

    Configuratie - Hoofdstuk 6 Automatische zelftest C O N F I G U R A T I O N De zelfdiagnose van het instrument voorziet een online A U T O S E L F T E S T preventieve zelftest voor de sensoren. Deze wordt automatisch om de 24 uur uitgevoerd, en kan worden s e l e c t : in- of uitgeschakeld.
  • Pagina 44 Configuratie - Hoofdstuk 6 Wachtwoord C O N F I G U R A T I O N Hiermee kan de gebruiker het wachtwoord ingeven P A S SWOR D of wijzigen. Af-fabriek wordt het wachtwoord op <000> ingeschakeld. Druk op de <set>-toets om verder te gaan. s e l e c t : Het instrument zal het huidige wachtwoord tonen.
  • Pagina 45: Nieuw Sensortype

    Configuratie - Hoofdstuk 6 Nieuw sensortype C O N F I G U R A T I O N Hiermee kan de gebruiker het instrument afstellen N EW S E N S OR T Y P E voor een nieuw sensortype met een onderdeelnummer dat verschilt van de oude sensor. Zie hoofdstuk 8 voor s e l e c t : sensorinformatie.
  • Pagina 46: Onderhoudssignaal

    Configuratie - Hoofdstuk 6 Onderhoudssignaal C O N F I G U R A T I O N Het onderhoudssignaal geeft een volledige afwezigheid MA I N T . S I GN A L aan van bewakingscapaciteit, en wordt naar de externe controlesystemen verstuurd. Dit onderhoudssignaal kan s e l e c t : zowel op gelijkstroom, i.e.
  • Pagina 47: Relais

    Configuratie - Hoofdstuk 6 4-20 mA bereik C O N F I G U R A T I O N Het uitgangssignaal van het instrument in het 4 - 2 0 mA R A NG E bereik van 4 - 20 mA werd voorgeprogrammeerd in overeenstemming met het nominale bereik van het s e l e c t : doelgas.
  • Pagina 48: Foutrelais

    Configuratie - Hoofdstuk 6 Relaisstatus R E L A Y S Gebruikt om afzonderlijk te bepalen of Alarm 1, R E L A Y S T A T E Alarm 2 en het foutrelais niet-bekrachtigd (normaal open contact) of bekrachtigd (normaal gesloten contact) zijn. s e l e c t : Af-fabriek zijn de relais niet-bekrachtigd (normale open contacten).
  • Pagina 49 Configuratie - Hoofdstuk 6 Alarm 2 relais R E L A Y S T A T E Hiermee stelt de gebruiker de Relaisstatus van A L A RM 2 R E L A Y Alarm 2 in. Druk op de <set>-toets om verder te gaan. Het instrument zal de huidige instelling tonen.
  • Pagina 50: Alarmvertraging

    Configuratie - Hoofdstuk 6 Alarmvertraging R E L A Y S Voor het vastleggen van een alarmvertraging A L A RM D E L A Y voor concentratiealarmen. Minimumwaarde is 0, maximuminstelling is 99,9 seconden. s e l e c t : Standaardinstelling is 3,0 seconden.
  • Pagina 51: Problemen Oplossen

    Problemen oplossen - Hoofdstuk 7 Dit hoofdstuk helpt om de oorzaak van een storing of een waarschuwingstoestand te bepalen, en stelt een correctieve actie voor. Waarschuwings- en storingsmeldingen Er zijn twee algemene indicaties, waarschuwingen en storingen die verschillende acties vereisen. Neem contact met onze serviceafdeling op als een storing of een waarschuwingsboodschap niet in dit hoofdstuk is opgenomen, of voor bijkomende assistentie.
  • Pagina 52: Storingen

    Problemen oplossen - Hoofdstuk 7 7.1.2 Storingen Instrumentstoringen wijzen op een probleem dat het instrument belet om correct te werken, concentratiealarmen of de weergave ervan verhindert. Wanneer het instrument een instrumentstoring of een foutsignaal detecteert, wordt een vastgelegde uitgangsstroom voor iedere andere toestand naar de aangesloten controlesystemen verstuurd. De groene status-led is gedoofd. De lcd-display knippert en geeft een specifieke foutmelding aan.
  • Pagina 53 Problemen oplossen - Hoofdstuk 7 Fout - Extractief! - - - Allen voor instrumenten met Extractieve Module XT. Deze melding wijst op een probleem met de Extractieve Module. Controleer de voeding, de bemonsteringsbuizen, hun aansluitingen en de lijnfilter voor de bemonstering. Voer alle nodige correctieve handelingen uit. Uitgangsstroom is 1,2 mA.
  • Pagina 54: Referentie-Informatie

    Referentie-informatie - Hoofdstuk 8 Bestelinformatie sensoren Substantie/ sensor Onderdeelnr. Nominale Eenheid Opm. Stoffilter Sensor Bereik toegelaten Trimethylsilaan 9602-6210 0 ... 20.0 neen AsH3 Arseenwaterstof (3 El.) 9602-6001 0 ... 1.00 AsH3 Arseenwaterstof (2 El.) 9602-6000 0 ... 1.00 AsH3 Arseenwaterstof (2 El.) 9602-6002 0 ...
  • Pagina 55 Referentie-informatie - Hoofdstuk 8 Substantie/ sensor Onderdeelnr. Nominale Eenheid Opm. Stoffilter Sensor Bereik toegelaten Ozon 9602-7100 0 ... 1.00 neen Ozon 9602-7101 0 ... 1.00 neen Fosfine (3 El.) 9602-6101 0 ... 1.00 Fosfine (2 El.) 9602-6100 0 ... 1.00 geen Zwavelhexafluoride 9602-9710...
  • Pagina 56: Ma Bereik Uitgangssignaal

    Referentie-informatie - Hoofdstuk 8 4 - 20 mA bereik Uitgangssignaal Substantie/ sensor Onderdeelnr. 4 - 20 mA bereik Alarm 1 Sensor Instelling Min. Standaard Max. Eenheid Trimethylsilaan 9602-6210 0 ... 20.0 50.0 AsH3 Arseenwaterstof (3 El.) 9602-6001 0 ... 0.15 1.00 10.00 0.05...
  • Pagina 57: K-Factors Voor Satellite Xt C-Versies

    Referentie-informatie - Hoofdstuk 8 Substantie/ sensor Onderdeelnr. 4 - 20 mA bereik Alarm 1 Sensor Instelling Min. Standaard Max. Eenheid Fosfine (3 El.) 9602-6101 0 ... 0.30 1.00 10.00 0.10 Fosfine (2 El.) 9602-6100 0 ... 0.30 1.00 10.00 0.10 Zwavelhexafluoride 9602-9710 0 ...
  • Pagina 58: Reserveonderdelen En Toebehoren

    Referentie-informatie - Hoofdstuk 8 Reserveonderdelen en toebehoren Onderdeelnummer Omschrijving 9602.0050.10.03 Houder montagerail 9602.0050.10.02 Montageplaat DIN-rail, optie 9602.0051.10.01 L-vormige montageplaat met DIN-rail, optie 9602.0090 Sensoruitbreiding, 2 meter 9602.0091 Sensoruitbreiding, 3 meter 9602.0092 Sensoruitbreiding, 1 meter 9602.0093 Sensoruitbreiding Brandbare Gassen, 2 meter 9602.0095 IJkdop 9630-0423...
  • Pagina 59 Satellite XT 4-20 mA Versies...
  • Pagina 60: Werkingsprincipe

    Extractieve Module XT - Optie - Hoofdstuk 9 Werkingsprincipe De Extractieve Module XT is een add-on module voor gebruik met de Satellite XT. Deze maakt het mogelijk om schadelijke gassen die moeilijk of niet toegankelijk zijn toch voortdurend te bewaken. De module kan zones tot op een afstand van 50 m bemonsteren. De stroom wordt via de Satellite XT toegevoerd.
  • Pagina 61: Instrumentdesign

    Extractieve Module XT - Optie - Hoofdstuk 9 Instrumentdesign Vooraanzicht met Extractieve Module XT aangesloten op Satellite XT. А Uitlaatleiding - Uitlaat A Exhaust Line - Outlet В Sensorhouder B Sensor Holder Extractive Satellite Satellite XT 4-20 mA Versies...
  • Pagina 62 Extractieve Module XT - Optie - Hoofdstuk 9 Zijaanzicht (links) Zijaanzicht (rechts) A Uitlaatleiding - Uitlaat B Sensorhouder B Sensorhouder D Sensorverbinding met Satellite XT C Bemonsteringsleiding - Gasinlaat E Aansluiting Extractieve Module XT en Satellite XT Inlet Outlet Bovenaanzicht (alleen Extractieve module XT) A Uitlaatleiding - Uitlaat B Sensorhouder C Bemonsteringsleiding - Gasinlaat...
  • Pagina 63: Montage

    Extractieve Module XT - Optie - Hoofdstuk 9 Montage De Extractieve Module XT is voorbereid voor montage op DIN-rail. Een passende montagerail wordt met het instrument meegeleverd. Hiermee kunnen de Extractieve Module XT en de Satellite XT naast elkaar worden gemonteerd. Monteer deze rail tegen een muur met geschikte klemmen en schuif beide modules op de rail.
  • Pagina 64: Sensor Vervangen

    Extractieve Module XT - Optie - Hoofdstuk 9 Sensor vervangen Deze procedure wordt gebruikt om een oude sensor door een nieuwe te vervangen. De vervangsen- sor moet hetzelfde onderdeelnummer hebben als de geïnstalleerde sensor. Druk op de <esc>-toets op het Satellite XT-toetsenbord. Geef het wachtwoord in om de Bewakingsmodus af te sluiten. De groene status-led van de Satellite XT brandt niet, het instrument bewaakt niet.
  • Pagina 65: Technische Specificaties

    Extractieve Module XT - Optie - Hoofdstuk 9 Technische specificaties Stroomvereisten spanning stroom voorzien door Satellite XT verbruik max. 2.4 W Fysieke afmetingen afmetingen 78 x 95,5 x 50 mm (B x H x D) 3,1" x 3,8" x 2,0" (B x H x D) gewicht 500 g...
  • Pagina 66: Hoofdstuk 10 Pyrolyzer Module Xt - Optie

    Pyrolyzer Module XT - Optie - Hoofdstuk 10 10.1 Werkingsprincipe De Pyrolyzer Module XT is een add-on module voor gasbewaking die pyrolytische bemonsteringsvoorbereiding vereist voor detecteerbaarheid. Deze module vereist zowel een Satellite XT als een Extractieve Module XT. De aangesloten Satellite XT toont de werkingsstatus van de module en voorziet de passende interface. Ieder instrument wordt slechts geconfigureerd voor het bewaken van de substantie die op het identificatielabel vermeld staat. Het instrument wordt geleverd met een bepaalde sensor die reeds is geïnstalleerd.
  • Pagina 67: Instrumentdesign

    Pyrolyzer Module XT - Optie - Hoofdstuk 10 10.4 Instrumentdesign De Pyrolyzer Module XT kan alleen in combinatie met de Satellite XT en de Extractieve Module XT worden bediend. De drie modules zijn voorbereid voor montage op DIN-rail. Figuur 2: Vooraanzicht van de volledige Figuur 1: Zijaanzicht enkel van de Pyrolyzer Module, de Extractieve Pyrolyzer Module Module en de Satellite XT. MST Extractive Satellite Figuur 3: Bovenaanzicht van de volledige montage...
  • Pagina 68: Montage

    Pyrolyzer Module XT - Optie - Hoofdstuk 10 10.5 Montage De Pyrolyzer Module XT is voorbereid voor montage op DIN-rail. Met het instrument werd een geschikte montagerail meegeleverd. Monteer deze rail op een plat oppervlak met passende klemmen. Volg na montage van de rail de onderstaande stappen: 1. Schuif de Pyrolyzer Module XT op de rail die tegen de muur is gemonteerd, zie Figuur 4. figuur 4 figuur 4 2. Schuif de Extractieve Module XT op de rail op de voorkant van de Pyrolyzer Module XT, zie figuur 5.
  • Pagina 69: Buisaansluitingen

    Pyrolyzer Module XT - Optie - Hoofdstuk 10 10.6 Buisaansluitingen Buizen zijn in PTFE of PFA met een buitendiameter van 6,35 mm en een binnendiameter van 4,76 mm. Lengte en binnendiameter van de bemonsteringsleiding zullen de reactietijd beïnvloeden. De lengte van de bemonsteringsbuizen moet zo kort mogelijk worden gehouden. Met een bemonsteringslijn-ID van 4,7 mm en een lengte van 10 mm zal de reactievertraging niet groter zijn dan 30 seconden.
  • Pagina 70: Technische Specificaties

    Pyrolyzer Module XT - Optie - Hoofdstuk 10 10.9 Technische specificaties Stroomvereisten spanning 90 ... 240 V AC verbruik ong. 22 W / 2,13 A Fysieke afmetingen Afmetingen: 223 х 97 х 100 mm (B x H x D) 8,8" x 3,8" x 3,9" (B x H x D) Gewicht: 1800 g 4 lbs Beschermingsklasse behuizing...
  • Pagina 71 Tel: +1 847 955 8200 Toll free: +1 800 538 0363 Fax: +1 847 955 8210 detectgas@honeywell.com Azië Pacific Honeywell Analytics Asia Pacific #508, Kolon Science Valley (I) N.B.: 187-10 Guro-Dong, Guro-Gu Hoewel alle moeite is gedaan om ervoor te zorgen...

Inhoudsopgave