Basiswerking – Hoofdstuk 1 Dit gedeelte geeft een basisoverzicht van het instrument en zijn werking. Werkingsprincipe De Satellite XT is een gasbewakingsinstrument dat speciaal werd ontworpen voor de voortdurende bewaking van gevaarlijke gasconcentraties. Het instrument werd ontworpen gekoppeld aan de standaard (0) 4 … 20 mA alarm- of controlesystemen. D oelgas en meetbereik zijn afhankelijk van het type gekozen sensor. De sensor wordt geleverd met de specifieke gegevens in het interne gegevensgeheugen. Bij het plaatsen van een nieuwe sensor worden deze gegevens in het interne geheugen van het instrument geladen.
Basiswerking – Hoofdstuk 1 1.2.1.1 Alarmniveau-instellingen De instellingen voor Alarmniveau 1 en 2 worden automatisch geladen bij installatie van de sensor. Standaardinstellingen zijn 1x en 2x TLV of 20 en 40 % LEL voor het doelgas. Met de Alarminstelfunctie in het Configuratiemenu kan de gebruiker de alarmdrempels volgens eigen behoefte aanpassen. Wanneer de concentratie doelgas de vooraf ingestelde of aangepaste alarmdrempels overschrijdt, zal het instrument deze concentratiealarmtoestand op het lcd-scherm tonen.
Basiswerking – Hoofdstuk 1 1.2.3.1 De Waarschuwingstoestand terugzetten Druk op de <set>-toets om te bevestigen en een Waarschuwingstoestand terug te zetten. Zie Hoofdstuk 7, Problemen oplossen voor specifieke waarschuwingen. 1.2.4 Diagnostiek Instrumentstoringen wijzen op een probleem dat het instrument belet om correct te werken, concentratiealarmen of de weergave ervan verhindert. Wanneer het instrument een instrumentstoring heeft ontdekt, wordt een constant uitgangssignaal in het bereik van 0 en 2,0 mA naar de aangesloten controlesystemen gezonden. De groene status-led is gedoofd. De lcd-display knippert en geeft een...
Basiswerking – Hoofdstuk 1 Werkingselementen Bevinden zich aan de voorzijde van de Satellite XT. S a t e l l i t e Dit zijn: A s H 3 0.00 - de grafische display - het toetsenbord met 6 toetsen - de groene status-led boven de <set>-toets . 1.4.1 Toetsenbordfuncties Satellite XT...
Pagina 8
Basiswerking – Hoofdstuk 1 Technische gegevens Satellite XT Versie 4-20 mA 4-20 mA/R 4-20 mA/C 4 - 20 mА/C/R Onderdeelnummer 9602-0200 9602-0205 9602-0250 9602-0255 Gebruikt sensortype elektrochemisch katalytisch Stroomvereisten 12 ... 24 VDC spanning verbruik max. 1 W max. 1,8 W max.
Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Dit hoofdstuk gaat over de installatie en de initiële opstartprocedures. Algemene richtlijnen Hou rekening met de onderstaande aspecten voordat u het instrument plaatst. Het bezit van doelgas (lichter of zwaarder dan lucht) moet in acht worden genomen. Het instrument moet zo dicht mogelijk bij de bewakingslocatie worden geplaatst.
Pagina 10
Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Een L-vormige montageplaat met DIN-rail is optioneel beschikbaar voor toepassingen waarbij een muurmontage onmogelijk is. 86,0 Ø 4 mm (4x) Optionele L-vormige montageplaat met DIN-rail (P/N 9602.0051.10.01) ! Opmerking: Schakel de stroom pas in als het instrument startklaar is! Satellite XT 4-20 mA Versies...
Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Kanaalmontage Volg de installatierichtlijnen voor het instrument. Voor montage en installatie van de sensoruitbreiding, zie onderstaande schema’s en keerzijde. 2.3.1 De sensoruitbreiding op het instrument aansluiten 1. Sluit de houder (A) aan op de pen in het sensorcompartiment onderaan de Satellite XT.
Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Netwerkbedrading Uitgangen aansluitdoos Het instrument wordt verzonden met 2 m afgeschermde 4-20 mA uitgang 3-draadskabel, permanent aangesloten op de onderzijde bruin van de eenheid. (gemeenschappelijk) groen 12 … 24 V DC Het open kabeleinde moet op een aansluitdoos worden vermogen aangesloten: afscherming kabelafscherming...
Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Relaisbedrading Instrumenten met relaisoptie hebben een Relaiscontacten extra afgeschermde 6-draadskabel vanaf de Alarm 1 relais onderzijde van het instrument. Deze kabel is 3 bruin Alarm 1 relais m lang en is ook permanent op het instrument aangesloten.
Pagina 15
Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Satellite XT 4-20 mA FMS 8710 Single-point Controller 0.00 Only Satellite XT with relay option 6-wire shielded cable 3-wire shielded cable, 3 m provided with instrument max. 2 meters AsH3 Junction Box 4-wire shielded cable, max.
Pagina 16
Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Satellite XT 4-20 mA Satellite XT 4-20 mA with relay option 3-wire shielded cable, 3-wire shielded cable, Junction Box max. 2 meters max. 2 meters 3-wire shielded cable 3-wire shielded cable 230 / 115 VAC Bedradingsschema Satellite XT 4-20 mA en PLC Satellite XT 4-20 mA Versies...
Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Eerste keer opstarten Wanneer de bedrading is voltooid, moet aan ieder instrument een sensor worden toegewezen. Iedere sensor is geijkt voor gas, de sensorspecifieke ijkparameters worden in het interne gegevensgeheugen bewaard. Zorg ervoor dat alleen sensors die ontworpen zijn voor de Satellite XT worden gebruikt. A f-fabriek worden de instrumenten zowel ongeconfigureerd als vooraf geconfigureerd verzonden op vraag van de klant.
Hoofdmenu - Hoofdstuk 3 Dit hoofdstuk gaat over de verschillende bewakingstoestanden en de submenu's die beschikbaar zijn in het Hoofdmenu. De Hoofdmenuschermen Bij het drukken op de <esc>-toets zal het instrument de Bewakingsmodus afsluiten en naar het Hoofdmenu gaan. Het instrument bevindt zich nu in Onderhoudsmodus. De groene led brandt niet.
Hoofdmenu - Hoofdstuk 3 Hoofdmenu - Bewaking M E N U Het instrument bevindt zich in Onderhoudsmodus. MON I T OR I NG De groene led is gedoofd. Beweeg met de cursortoetsen <up> of <down> s e l e c t : naar boven of naar beneden in het Hoofdmenu.
Hoofdmenu - Hoofdstuk 3 Hoofdmenu - Onderhoud M E N U Het instrument bevindt zich in Onderhoudsmodus. MA I N T E N A N C E De groene led is gedoofd. Beweeg met de cursortoetsen <up> of <down> s e l e c t : naar boven of naar beneden in het Hoofdmenu.
Hoofdmenu - Hoofdstuk 3 Hoofdmenu - IJking M E N U Het instrument bevindt zich in Onderhoudsmodus. De C A L I B R A T I ON groene led is gedoofd. Beweeg met de cursortoetsen <up> of <down> naar s e l e c t : boven of naar beneden in het Hoofdmenu.
Pagina 22
Hoofdmenu - Hoofdstuk 3 Hoofdmenu - Configuratie M E N U Het instrument bevindt zich in Onderhoudsmodus. De CON F I GU R A T I ON groene led is gedoofd. Beweeg met de cursortoetsen <up> of <down> naar s e l e c t : boven of naar beneden in het Hoofdmenu.
Hoofdmenu - Hoofdstuk 3 Hoofdmenu continued vervolg - Configuratie Submenu's - Configuratie Locatie C O N F I G U R A T I O N scherm 7 van 13 L OC A T I ON s e l e c t : C O N F I G U R A T I O N Nieuw sensortype N EW S E N S OR T Y P E...
Onderhoud - Hoofdstuk 4 Dit hoofdstuk gaat over de procedures voor routineonderhoud, waaronder het vervangen van een sensor en specifieke informatie over de sensor en het instrument. Hoofdmenu - Onderhoud M E N U Het instrument bevindt zich in de Onderhoudsmodus. MA I N T E N A N C E De groene led is gedoofd.
Pagina 25
Onderhoud - Hoofdstuk 4 Onderhoud sensor M A I N T E N A N C E Een sensor vervangen door een nieuwe sensor met S E N S OR S E R V I C E hetzelfde onderdeelnummer. Zie hoofdstuk 8 voor sensorinformatie.
Pagina 26
Onderhoud - Hoofdstuk 4 Apparaatinformatie M A I N T E N A N C E Gebruikt voor het opvragen van instrumentspecifieke D E V I C E I N F O S informatie, zoals softwareversie en ID-nummer. Deze gegevens zijn over het algemeen nodig voor s e l e c t : onderhoud.
Onderhoud - Hoofdstuk 4 Sensorinformatie M A I N T E N A N C E Toont specifieke informatie over de huidige S E N S OR I N F O S geïnstalleerde sensor, zoals onderdeelnummer, serienummer, datum eerste ijking, gevoeligheid s e l e c t : en revisienummer.
Onderhoud - Hoofdstuk 4 Sensorinformatie continued vervolg Gevoeligheid S E N S O R I N F O S Gebruik de <set>-toets om de sensorgevoeligheid S E N S I T I V I T Y op te vragen die bij de eerste ijking werd vastgelegd. s e l e c t : <Huidige gevoeligheid>...
Onderhoud - Hoofdstuk 4 Apparaat terugzetten M A I N T E N A N C E Biedt de mogelijkheid om het instrument R E S E T D E V I C E "warm te starten". Druk op de <set>-toets om te selecteren. s e l e c t : Bent u zeker? R E S E T D E V I C E...
IJking - Hoofdstuk 5 Dit hoofdstuk gaat over de ijkprocedures voor de Satellite XT. IJking kan zowel automatisch, door een dynamische gasijking, als manueel, door het invoeren van een berekende correctiefactor, de K-factor, worden uitgevoerd. Dit hoofdstuk omvat ook de elektronische ijkprocedures voor de (0) 4-20 mA analoge interface. Hoofdmenu - IJking M E N U Het instrument bevindt zich in Onderhoudsmodus.
IJking - Hoofdstuk 5 Gasijking C A L I B R A T I O N Het submenu gasijking wordt gebruikt voor dynamische G A S C A L I B R A T I ON ijking. Gebruik voor de nulijking zuivere of synthetische lucht, vrij van meetgas of andere storende gassen. De s e l e c t : sensor moet voor de ijking worden opgewarmd.
IJking - Hoofdstuk 5 continued vervolg Gasijking Bereikinstelling G A S C A L I B R A T I O N Bereikinstelling is van toepassing op alle sensoren, S P A N A D J U S T met inbegrip van zuurstofsensoren. Gebruik de <set>-toets om naar de nulijking te gaan.
IJking - Hoofdstuk 5 Manuele K-factor C A L I B R A T I O N Dit submenu wordt gebruikt om het instrument MA N U A L K - F A C T OR manueel te ijken door het ingeven van een nieuwe K-factor.
IJking - Hoofdstuk 5 Uitgangsstroom C A L I B R A T I O N Het uitgangssignaal in het bereik 4 - 20 mA is C U R R E N T OU T P U T voorgeprogrammeerd in overeenstemming met het nominale bereik van het doelgas met 4 mA als s e l e c t : nulconcentratie en 20 mA als maximum van de...
Configuratie - Hoofdstuk 6 Dit hoofdstuk beschrijft de standaardconfiguratie van het instrument en de procedure om deze aan individuele behoeften aan te passen. Hoofdmenu - Configuratie M E N U Het instrument bevindt zich in de Onderhoudsmodus. CON F I GU R A T I ON De groene led is gedoofd. Beweeg met de cursortoetsen <up>...
Configuratie - Hoofdstuk 6 Hoofdmenu - Configuratie continued vervolg Submenu's - Configuratie Locatie C O N F I G U R A T I O N scherm 7 van 13 L OC A T I ON s e l e c t : Nieuw sensortype C O N F I G U R A T I O N scherm 8 van 13...
Configuratie - Hoofdstuk 6 Alarminstellingen C O N F I G U R A T I O N Laat de gebruiker toe om verschillende instellingen A L A RM S E T T I NG S in te voeren of te wijzigen voor het activeren van Alarm 1 en Alarm 2.
Pagina 38
Configuratie - Hoofdstuk 6 Alarm 1 A L A R M S E T T I N G S Hiermee kan de gebruiker alle parameters instellen A L A RM 1 voor het activeren van Alarm 1 (laagste alarmniveau). s e l e c t : Alarm 1 Status Gebruikt voor het in- en uitschakelen van de A L A R M 1...
Pagina 39
Configuratie - Hoofdstuk 6 Alarm 1 Status A L A R M 1 Gebruikt voor het in- en uitschakelen van de activering A L A RM 1 S T A T E van Alarm 1. Standaardinstelling ingeschakeld. Druk op de <set>-toets om verder te gaan. Het instrument zal de s e l e c t : huidige instelling tonen.
Pagina 40
Configuratie - Hoofdstuk 6 Alarm 1 Inschakelen A L A R M 1 Gebruikt voor het bepalen van de inschakelvoorwaarde A L A RM 1 T R I GG E R voor activering van Alarm 1. Standaardinstelling is Groter Dan. Druk op de <set>- s e l e c t : toets om verder te gaan.
Pagina 41
Configuratie - Hoofdstuk 6 Alarm 2 A L A R M S E T T I N G S Hiermee kan de gebruiker alle parameters instellen A L A RM 2 voor het activeren van Alarm 2 (hoogste alarmniveau). s e l e c t : Volg voor alle verdere instellingen voor Alarm 2 de procedures beschreven in het overeenkomstige gedeelte voor de instellingen van Alarm 1.
Pagina 42
Configuratie - Hoofdstuk 6 Taal C O N F I G U R A T I O N Gebruikt voor het selecteren van de gewenste L A NGU A G E taal voor de menubediening. Standaard op Engels ingesteld. s e l e c t : Druk op de <set>-toets om verder te gaan.
Configuratie - Hoofdstuk 6 Automatische zelftest C O N F I G U R A T I O N De zelfdiagnose van het instrument voorziet een online A U T O S E L F T E S T preventieve zelftest voor de sensoren. Deze wordt automatisch om de 24 uur uitgevoerd, en kan worden s e l e c t : in- of uitgeschakeld.
Pagina 44
Configuratie - Hoofdstuk 6 Wachtwoord C O N F I G U R A T I O N Hiermee kan de gebruiker het wachtwoord ingeven P A S SWOR D of wijzigen. Af-fabriek wordt het wachtwoord op <000> ingeschakeld. Druk op de <set>-toets om verder te gaan. s e l e c t : Het instrument zal het huidige wachtwoord tonen.
Configuratie - Hoofdstuk 6 Nieuw sensortype C O N F I G U R A T I O N Hiermee kan de gebruiker het instrument afstellen N EW S E N S OR T Y P E voor een nieuw sensortype met een onderdeelnummer dat verschilt van de oude sensor. Zie hoofdstuk 8 voor s e l e c t : sensorinformatie.
Configuratie - Hoofdstuk 6 Onderhoudssignaal C O N F I G U R A T I O N Het onderhoudssignaal geeft een volledige afwezigheid MA I N T . S I GN A L aan van bewakingscapaciteit, en wordt naar de externe controlesystemen verstuurd. Dit onderhoudssignaal kan s e l e c t : zowel op gelijkstroom, i.e.
Configuratie - Hoofdstuk 6 4-20 mA bereik C O N F I G U R A T I O N Het uitgangssignaal van het instrument in het 4 - 2 0 mA R A NG E bereik van 4 - 20 mA werd voorgeprogrammeerd in overeenstemming met het nominale bereik van het s e l e c t : doelgas.
Configuratie - Hoofdstuk 6 Relaisstatus R E L A Y S Gebruikt om afzonderlijk te bepalen of Alarm 1, R E L A Y S T A T E Alarm 2 en het foutrelais niet-bekrachtigd (normaal open contact) of bekrachtigd (normaal gesloten contact) zijn. s e l e c t : Af-fabriek zijn de relais niet-bekrachtigd (normale open contacten).
Pagina 49
Configuratie - Hoofdstuk 6 Alarm 2 relais R E L A Y S T A T E Hiermee stelt de gebruiker de Relaisstatus van A L A RM 2 R E L A Y Alarm 2 in. Druk op de <set>-toets om verder te gaan. Het instrument zal de huidige instelling tonen.
Configuratie - Hoofdstuk 6 Alarmvertraging R E L A Y S Voor het vastleggen van een alarmvertraging A L A RM D E L A Y voor concentratiealarmen. Minimumwaarde is 0, maximuminstelling is 99,9 seconden. s e l e c t : Standaardinstelling is 3,0 seconden.
Problemen oplossen - Hoofdstuk 7 Dit hoofdstuk helpt om de oorzaak van een storing of een waarschuwingstoestand te bepalen, en stelt een correctieve actie voor. Waarschuwings- en storingsmeldingen Er zijn twee algemene indicaties, waarschuwingen en storingen die verschillende acties vereisen. Neem contact met onze serviceafdeling op als een storing of een waarschuwingsboodschap niet in dit hoofdstuk is opgenomen, of voor bijkomende assistentie.
Problemen oplossen - Hoofdstuk 7 7.1.2 Storingen Instrumentstoringen wijzen op een probleem dat het instrument belet om correct te werken, concentratiealarmen of de weergave ervan verhindert. Wanneer het instrument een instrumentstoring of een foutsignaal detecteert, wordt een vastgelegde uitgangsstroom voor iedere andere toestand naar de aangesloten controlesystemen verstuurd. De groene status-led is gedoofd. De lcd-display knippert en geeft een specifieke foutmelding aan.
Pagina 53
Problemen oplossen - Hoofdstuk 7 Fout - Extractief! - - - Allen voor instrumenten met Extractieve Module XT. Deze melding wijst op een probleem met de Extractieve Module. Controleer de voeding, de bemonsteringsbuizen, hun aansluitingen en de lijnfilter voor de bemonstering. Voer alle nodige correctieve handelingen uit. Uitgangsstroom is 1,2 mA.
Extractieve Module XT - Optie - Hoofdstuk 9 Werkingsprincipe De Extractieve Module XT is een add-on module voor gebruik met de Satellite XT. Deze maakt het mogelijk om schadelijke gassen die moeilijk of niet toegankelijk zijn toch voortdurend te bewaken. De module kan zones tot op een afstand van 50 m bemonsteren. De stroom wordt via de Satellite XT toegevoerd.
Extractieve Module XT - Optie - Hoofdstuk 9 Instrumentdesign Vooraanzicht met Extractieve Module XT aangesloten op Satellite XT. А Uitlaatleiding - Uitlaat A Exhaust Line - Outlet В Sensorhouder B Sensor Holder Extractive Satellite Satellite XT 4-20 mA Versies...
Pagina 62
Extractieve Module XT - Optie - Hoofdstuk 9 Zijaanzicht (links) Zijaanzicht (rechts) A Uitlaatleiding - Uitlaat B Sensorhouder B Sensorhouder D Sensorverbinding met Satellite XT C Bemonsteringsleiding - Gasinlaat E Aansluiting Extractieve Module XT en Satellite XT Inlet Outlet Bovenaanzicht (alleen Extractieve module XT) A Uitlaatleiding - Uitlaat B Sensorhouder C Bemonsteringsleiding - Gasinlaat...
Extractieve Module XT - Optie - Hoofdstuk 9 Montage De Extractieve Module XT is voorbereid voor montage op DIN-rail. Een passende montagerail wordt met het instrument meegeleverd. Hiermee kunnen de Extractieve Module XT en de Satellite XT naast elkaar worden gemonteerd. Monteer deze rail tegen een muur met geschikte klemmen en schuif beide modules op de rail.
Extractieve Module XT - Optie - Hoofdstuk 9 Sensor vervangen Deze procedure wordt gebruikt om een oude sensor door een nieuwe te vervangen. De vervangsen- sor moet hetzelfde onderdeelnummer hebben als de geïnstalleerde sensor. Druk op de <esc>-toets op het Satellite XT-toetsenbord. Geef het wachtwoord in om de Bewakingsmodus af te sluiten. De groene status-led van de Satellite XT brandt niet, het instrument bewaakt niet.
Extractieve Module XT - Optie - Hoofdstuk 9 Technische specificaties Stroomvereisten spanning stroom voorzien door Satellite XT verbruik max. 2.4 W Fysieke afmetingen afmetingen 78 x 95,5 x 50 mm (B x H x D) 3,1" x 3,8" x 2,0" (B x H x D) gewicht 500 g...
Pyrolyzer Module XT - Optie - Hoofdstuk 10 10.1 Werkingsprincipe De Pyrolyzer Module XT is een add-on module voor gasbewaking die pyrolytische bemonsteringsvoorbereiding vereist voor detecteerbaarheid. Deze module vereist zowel een Satellite XT als een Extractieve Module XT. De aangesloten Satellite XT toont de werkingsstatus van de module en voorziet de passende interface. Ieder instrument wordt slechts geconfigureerd voor het bewaken van de substantie die op het identificatielabel vermeld staat. Het instrument wordt geleverd met een bepaalde sensor die reeds is geïnstalleerd.
Pyrolyzer Module XT - Optie - Hoofdstuk 10 10.4 Instrumentdesign De Pyrolyzer Module XT kan alleen in combinatie met de Satellite XT en de Extractieve Module XT worden bediend. De drie modules zijn voorbereid voor montage op DIN-rail. Figuur 2: Vooraanzicht van de volledige Figuur 1: Zijaanzicht enkel van de Pyrolyzer Module, de Extractieve Pyrolyzer Module Module en de Satellite XT. MST Extractive Satellite Figuur 3: Bovenaanzicht van de volledige montage...
Pyrolyzer Module XT - Optie - Hoofdstuk 10 10.5 Montage De Pyrolyzer Module XT is voorbereid voor montage op DIN-rail. Met het instrument werd een geschikte montagerail meegeleverd. Monteer deze rail op een plat oppervlak met passende klemmen. Volg na montage van de rail de onderstaande stappen: 1. Schuif de Pyrolyzer Module XT op de rail die tegen de muur is gemonteerd, zie Figuur 4. figuur 4 figuur 4 2. Schuif de Extractieve Module XT op de rail op de voorkant van de Pyrolyzer Module XT, zie figuur 5.
Pyrolyzer Module XT - Optie - Hoofdstuk 10 10.6 Buisaansluitingen Buizen zijn in PTFE of PFA met een buitendiameter van 6,35 mm en een binnendiameter van 4,76 mm. Lengte en binnendiameter van de bemonsteringsleiding zullen de reactietijd beïnvloeden. De lengte van de bemonsteringsbuizen moet zo kort mogelijk worden gehouden. Met een bemonsteringslijn-ID van 4,7 mm en een lengte van 10 mm zal de reactievertraging niet groter zijn dan 30 seconden.
Pyrolyzer Module XT - Optie - Hoofdstuk 10 10.9 Technische specificaties Stroomvereisten spanning 90 ... 240 V AC verbruik ong. 22 W / 2,13 A Fysieke afmetingen Afmetingen: 223 х 97 х 100 mm (B x H x D) 8,8" x 3,8" x 3,9" (B x H x D) Gewicht: 1800 g 4 lbs Beschermingsklasse behuizing...
Pagina 71
Tel: +1 847 955 8200 Toll free: +1 800 538 0363 Fax: +1 847 955 8210 detectgas@honeywell.com Azië Pacific Honeywell Analytics Asia Pacific #508, Kolon Science Valley (I) N.B.: 187-10 Guro-Dong, Guro-Gu Hoewel alle moeite is gedaan om ervoor te zorgen...