6.3 Een extra warmtebron voor ruimteverwarming in/opstellen
EBLA09~16D + EDLA09~16D
Daikin Altherma 3 M
4P620241-1B – 2022.05
6
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
|
INFORMATIE
Bivalent is alleen mogelijk in het geval van 1 aanvoerwatertemperatuurzone met:
▪
regeling via een kamerthermostaat, OF
▪
regeling via een externe kamerthermostaat.
▪
Ruimteverwarming kan worden geleverd door:
-
De buitenunit
-
Een op het systeem aangesloten extra (ter plaatse te voorziene) ketel
▪
Als er een vraag naar verwarming is, begint de buitenunit of de extra ketel te
werken in functie van de buitentemperatuur (status van de omschakeling naar
een externe warmtebron). Als de extra ketel de toelating krijgt, wordt de
ruimteverwarming door de buitenunit UIT-geschakeld.
▪
De bivalente werking is alleen mogelijk als
-
De ruimteverwarming INgeschakeld is en
-
De werking van de warmtapwatertank UITgeschakeld is.
▪
Het warm tapwater wordt altijd door de op de buitenunit aangesloten
warmtapwatertank geproduceerd.
INFORMATIE
▪
Tijdens het verwarmen via de warmtepomp zal de warmtepomp werken om de
gewenste temperatuur te bereiken die via de gebruikersinterface werd ingesteld.
Wanneer
watertemperatuur automatisch bepaald op basis van de buitentemperatuur.
▪
Tijdens het verwarmen via de extra ketel zal de extra ketel werken om de
gewenste watertemperatuur te bereiken die via de bediening van de extra ketel
werd ingesteld.
Opstelling
▪
Integreer de extra ketel als volgt:
A
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Een eenpersoonskamer
a Gebruikersinterface (geleverd als toebehoren)
de
weersafhankelijke
werking
B
f
d
e
d
c
c
a
is
geactiveerd,
wordt
b
Uitgebreide handleiding voor de installateur
de
47