11
|
Configuratie
Uitgebreide handleiding voor de installateur
178
Werkingsgebied
De bediening van de unit in ruimteverwarming of ruimtekoeling wordt verboden
naargelang de gemiddelde buitentemperatuur.
#
Code
[4.3.1]
[4-02]
[4.3.2]
[F-01]
(a)
Deze instelling wordt ook gebruikt in de automatische omschakeling verwarming/koeling.
OPMERKING
Maximumwaarde [4-02]. Voor modellen zonder geïntegreerde back-upverwarming:
▪
Standaardwaarde [4‑02]=25°C. U kunt deze waarde wijzigen, maar u mag de
maximale waarde NIET overschrijden.
▪
Als de externe back-upverwarmingskit is geïnstalleerd: Maximale waarde
[4‑02]=35°C
▪
Als de externe back-upverwarmingskit NIET is geïnstalleerd: Maximale waarde
[4‑02]=25°C
Uitzondering: als het systeem geconfigureerd is in regeling via een
kamerthermostaat
met
warmteafgevers, dan zal de bedrijfsmodus worden veranderd op basis van de
gemeten binnentemperatuur. Naast de gewenste kamertemperatuur voor
verwarming/koeling stelt de installateur ook een hysteresiswaarde in (bijv. tijdens
verwarming heeft deze waarde betrekking tot de gewenste koeltemperatuur) en
een afwijkingswaarde (bijv. tijdens verwarming heeft deze waarde betrekking tot
de gewenste verwarmingstemperatuur).
Voorbeeld: Een unit wordt als volgt geconfigureerd:
▪
Gewenste kamertemperatuur in verwarmingsstand: 22°C
▪
Gewenste kamertemperatuur in koelstand: 24°C
▪
Hysteresiswaarde: 1°C
▪
Afwijking: 4°C
De omschakeling van verwarming naar koeling zal gebeuren wanneer de
kamertemperatuur boven het maximum komt van de gewenste koeltemperatuur
vermeerderd met de hysteresiswaarde (dus 24+1=25°C) en de gewenste
verwarmingstemperatuur vermeerderd met de afwijkingswaarde (dus 22+4=26°C).
Omgekeerd zal de omschakeling van koeling naar verwarming gebeuren wanneer
de
kamertemperatuur
verwarmingstemperatuur verminderd met de hysteresiswaarde (dus 22–1=21°C)
en de gewenste koeltemperatuur verminderd met de afwijkingswaarde (dus 24–
4=20°C)
Een veiligheidsinterval om niet te regelmatig van verwarming naar koeling, en
omgekeerd, om te schakelen.
Uitschakeltemperatuur ruimte
verwarming: Wanneer de gemiddelde
buitentemperatuur hoger wordt dan deze
waarde, wordt de ruimteverwarming UIT gezet.
▪
14°C~35°C
Uitschakeltemperatuur ruimte
koeling: Wanneer de gemiddelde
buitentemperatuur onder deze waarde zakt,
wordt de ruimtekoeling uit gezet.
▪
10°C~35°C
één
aanvoerwatertemperatuurzone
onder
het
minimum
Beschrijving
(a)
en
valt
van
de
gewenste
EBLA09~16D + EDLA09~16D
Daikin Altherma 3 M
4P620241-1B – 2022.05
(a)
snelle