Nederlands
ter in blokconstructie voor de stationaire droge
opstelling.
Fig. 1: Beschrijving
1
Hydraulica
2
Lagerstoel
3
IEC-normmotor
4
Zuigaansluiting
5
Persaansluiting
"Bare shaft"-uitvoering
A
(hydraulisch systeem zonder motor)
Aggregaat
B
(hydraulisch systeem met aangeflensde motor)
3.2.1. Uitvoering
In de standaardlevering is een aggregaat met
hydraulisch systeem met aangeflensde motor
inbegrepen.
Als alternatief kan ook een "bare-shaft"-uit-
voering worden geleverd. In dit geval moet de
gebruiker zelf een motor voorzien en ter plaatse
monteren.
3.2.2. Hydraulisch systeem
Hydraulisch huis en lagerstoel als afgesloten
eenheid, met kanaal- of vrijstroomwaaier, axiale
zuigaansluiting en radiale drukstuk. De aansluitin-
gen zijn als flensverbindingen uitgevoerd.
Lagerstoel met afdichting aan de media- en
motorzijde en met afdichtings- en lekkagekamer
voor het opvangen van binnendringende vloeistof
door de afdichting. De afdichtingsruimte is gevuld
met milieuvriendelijke medische witte olie.
Het hydraulische systeem is niet zelfaanzui-
gend, d.w.z. dat het medium zelfstandig resp.
met voordruk moet worden toegevoerd.
3.2.3. Bewakingsinrichtingen
De afdichtingskamer kan optioneel met een
externe staafelektrode uitgerust worden. Deze
meldt het wanneer er water in de afdichtingska-
mer binnendringt door de mediumzijdige mecha-
nische afdichting.
3.2.4. Afdichting
De afdichting van het medium gebeurt door een
draairichtingsonafhankelijke mechanische afdich-
ting. De afdichting aan motorzijde gebeurt door
een radiaalasafdichting.
3.2.5. Materialen
• Hydraulisch huis: EN-GJL-250
• Waaier: EN-GJL-250
• Lagerhuis: EN-GJL-250
• As: 1.4021
• Statische afdichtingen: NBR
• Afdichting
• Mediumzijdig: SiC/SiC
• Aan motorzijde: NBR
54
Bewaking van de
6
afdichtingsruimte (opti-
oneel verkrijgbaar)
7
Ontluchtingsschroef
8
Aftapschroef
9
Steun
PRODUCTOMSCHRIJVING
• Motorhuis: EN-GJL-250
3.2.6. Aandrijving
De aandrijving van het hydraulische systeem
gebeurt via IEC-normmotoren met het bouw-
type "B5". Meer informatie over de motor en de
beschikbare bewakingsinrichtingen vindt u in
de inbouw- en bedieningsvoorschriften van de
motor.
3.3. Bedrijf in explosieve atmosfeer
Het gebruik in een omgeving waar explosiegevaar
heerst is niet mogelijk!
3.4. Bedrijf met frequentie-omvormers
AANWIJZING
Let ook op alle instructies in het bedienings- en
onderhoudshandboek van de motor!
Een bedrijf op de frequentie-omvormer is moge-
lijk. De volgende parameters moeten strikt in acht
genomen worden:
• Het maximale toerental van 1450 tpm mag niet
overschreden worden.
• Een continu bedrijf met een debiet bij
Q
< 0,7 m/s moet worden vermeden.
opt
• De minimale omtreksnelheid van de waaier van
13 m/s mag niet overschreden worden.
AANWIJZING
De omtreksnelheid kan als volgt worden
berekend: v = n · d · π / 60000
Legende:
- n = toerental in tpm
- d = waaierdiameter in mm
- v = omtreksnelheid in m/s
3.5. Bedrijfssituaties
De mogelijke bedrijfssituaties vindt u op het
typeplaatje of de inbouw- en bedieningshandlei-
ding van de motor.
3.5.1. Bedrijfssituatie S1 - (continubedrijf)
De motor kan continu onder nominale belasting
werken zonder dat de toegestane temperatuur
overschreden wordt.
3.5.2. Bedrijfssituatie S2 (kortstondig bedrijf)
De max. bedrijfsduur van de motor wordt in
minuten aangegeven, bijv. S2-15. De pauze moet
zolang duren dat de machinetemperatuur niet
meer dan 2 K van de temperatuur van het koel-
middel afwijkt.
3.5.3. Bedrijfsmodus S3 (intervalbedrijf)
Deze bedrijfssituatie beschrijft een verhouding
tussen bedrijfstijd en stilstandtijd van de motor.
Bij S3-bedrijf heeft de berekening bij de opgave
van een waarde altijd betrekking op een tijdsbe-
stek van 10 min.
Voorbeeld: S3 25 %
WILO SE 12/2015 V05 DIN A4