Wi-Fi
Hier vindt u informatie over het gebruik van de draadloze
netwerkvoorzieningen van uw toestel, waarmee u verbinding kunt
maken met elk draadloos LAN (WLAN) dat compatibel is met de
IEEE 802.11 a/b/g/n-normen.
Overal waar er een draadloos toegangspunt of 'hotspot' aanwezig
is, kunt u verbinding met internet of andere netwerkapparaten
maken.
Het toestel gebruikt een niet-geharmoniseerde frequentie en
is bedoeld voor gebruik in alle Europese landen. Het WLAN
mag in de EU zonder beperkingen binnenshuis worden
gebruikt, maar kan niet buitenshuis worden gebruikt.
›
De Wi-Fi-functie activeren
Open de lijst met applicaties, selecteer Instellingen en sleep de
Wi-Fi-schakelaar naar rechts.
Een Wi-Fi-functie die op de achtergrond wordt uitgevoerd,
verbruikt ook batterijvermogen. Activeer de functie daarom
alleen wanneer dit nodig is, om de batterij te sparen.
›
Zoek een Wi-Fi-netwerk en maak hiermee
verbinding
1
Open de applicatielijst en selecteer
Het apparaat zoekt automatisch naar beschikbare Wi-Fi-
netwerken.
2
Selecteer een netwerk bij
3
Geef een wachtwoord voor het netwerk in (indien nodig).
4
Verbinden.
Selecteer
Instellingen → Wi-Fi.
Wi-Fi-netwerken.
Connectiviteit
130