Inhoudsopgave
Advertenties
Starten
5.1-18 Omhoogbrengen of neerlaten
van de hoofdknikarm met de
platformbedieningsconsole
OPMERKING
De maximum platformcapaciteit is afhankelijk
van de giekpositie. Lampjes op de basis- en
platformbedieningsconsoles geven aan of het platform
zich in de 'hoge' of 'lage' capaciteitszone bevindt.
1. Druk de voetschakelaar in en houd deze ingedrukt.
2. Zet en houd de regelinrichting voor de knikarm/
draaiconstructie in de stand
hoofdknikarm omhoog te brengen of in de stand
om hem neer te laten.
3. Laat de knuppel los om te stoppen.
5.1-19 Claxonneren
1. Druk op de knop van de claxon
claxonneren. Laat de drukknop los om te stoppen met
claxonneren.
5.1-20 Ronddraaien van de draaiconstructie
met de platformbedieningsconsole
WAARSCHUWING
Controleer voordat u de draaiconstructie ronddraait of
er niets of niemand de draai verspert, inclusief dode
hoeken.
1. Druk de voetschakelaar in en houd deze ingedrukt.
2. Zet en houd de regelinrichting voor de knikarm/
draaiconstructie in deze stand
draaien of in de stand
3. Laat de knuppel los om te stoppen.
OPMERKING
De draaiconstructie kan continu 360 graden
ronddraaien.
5.1-21 Gebruik van de
noodvoedingsschakelaar van de
platformbedieningsconsole
Dit is een kortwerkende schakelaar. Met deze schakelaar
kunnen alle functies behalve de rijfunctie worden
geactiveerd in het geval van een motorstoring. Zie
Hoofdstuk 3.6
voor de procedure voor het neerlaten in
noodgevallen.
SJ85AJ
om de
om te
om rechtsom te
om linksom te draaien.
5.1-22 Inschakelen van de
differentieelslotschakelaar
OPMERKING
Alvorens het differentieelslot in te schakelen, moet u
ervoor zorgen dat de rij-/stuurknuppel in de neutrale
positie staat.
1. Druk op de bedieningsconsole van het platform de
differentieelslot naar voren
stand en laat hem vervolgens los.
5.1-23 Uitschakelen van de
differentieelslotschakelaar
1. Zorg ervoor dat de geplande rijweg vrij is.
2. Trek de differentieelslotschakelaar naar achteren
in de ontgrendelde stand en laat hem vervolgens los.
OPMERKING
Om het differentieelslotmechanisme uit te schakelen,
kan het nodig zijn het aandrijfkoppel vrij te geven.
Daarvoor kunnen de rijfuncties (andere richtingen) en/
of stuurfuncties (andere richtingen) worden gebruikt.
5.1-24 Stilleggingsprocedure
1. Laat de knikarm en het platform volledig zakken.
2. Druk de noodstopknop
de platformbedieningsconsole en de
basisbedieningsconsole.
3. Zet de basis/uit/platform-sleutelschakelaar in de uit-
stand
. Trek de sleutel uit.
4. Zet de hoofdschakelaar in de
5.1-25 Hydraulische generator
(indien aanwezig)
Starten van de hydraulische generator:
1. Controleer of de motor draait.
2. Zet op de platformbedieningsconsole de aan-/uit-
schakelaar van de generator in de aan-stand
Herstellen van de normale werking:
1. Zet op de platformbedieningsconsole de aan-/uit-
schakelaar van de generator in de uit-stand
OPMERKING
Bij uitschakeling van de motor wordt ook de generator
uitgeschakeld. Alle functies zijn uitgeschakeld als de
generatorschakelaar is ingeschakeld
Hoofdstuk 5 – Bediening
in de vergrendelde
in op
uit-stand.
.
.
.
208930AHE
63
Advertenties
Inhoudsopgave
