3.6
Apparaatspecifieke veiligheidsaanwijzingen
Dit hoofdstuk geeft informatie over algemene apparaatspecifieke veiligheidsaanwijzingen. Overige
veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot de hantering resp. de situatie worden hierna voor de
overeenkomstige handelingsstap resp. situatiebeschrijving geplaatst.
3.6.1
Veiligheids- en bewakingsinrichtingen
Het apparaat heeft een veiligheidsuitschakeling. Bij defecte regeling schakelt het apparaat
vanzelf uit.
Ter verhoging van de veiligheid wordt aanbevolen, aan het apparaat een
aardlekschakelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor te schakelen.
3.6.2
Transport
navioven weegt circa 50 kg. Risico op letsel bij het optillen alsook dragen van zware lasten.
Uitsluitend telkens hiervoor geschikte en opgeleide personen zijn toegestaan. Stem bij lichamelijke
klachten met de werkverantwoordelijke af.
Pak bij het transport vast aan de greep. Het apparaat met 2 personen transporteren
Transporteer de navioven alleen met uit het stopcontact getrokken netstekker, gesloten deur en in
lege toestand.
Gebruikerstip: Maak gebruik van de mogelijkheden van het transportapparaten-programma
van Rieber.
Neem contact op met de fabrikant Rieber.
3.6.3
Risico's bij de omgang met de puntige kerntemperatuurvoeler
Risico op prikwonden bij de omgang met de puntige kerntemperatuurvoeler.
►
Rieber GmbH & Co. KG
WAARSCHUWING
Wees behoedzaam.
Algemene veiligheidsaanwijzingen
9