8. Verwijder het vastgelopen papier.
Opmerking:
Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
9. Sluit de duplexeenheid.
10. Plaats de lade terug.
P P a a p p i i e e r r v v a a s s t t g g e e l l o o p p e e n n i i n n a a c c h h t t e e r r k k l l e e p p
1. Open de voorklep.
Waarschuwing:
Om schade door elektrostatische ontlading
te voorkomen, raakt u een blootliggend metalen frame van
de printer aan voordat u iets met de binnenzijde van de
printer doet.
2. Verwijder de beeldverwerkingseenheid.
Waarschuwing:
De beeldverwerkingseenheid mag niet
langer dan tien minuten worden blootgesteld aan licht.
Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de
afdrukkwaliteit leiden.
Waarschuwing:
Raak de trommel van de fotoconductor niet
aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken
verminderen.
10
3. Open de achterklep.
LET OP—HEET OPPERVLAK:
De binnenkant van de printer
kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet
oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
4. Verwijder het vastgelopen papier.
Opmerking:
Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
5. Sluit de achterklep.