5 Gebruiksaanwijzing
Pagina 10
5. Gebruiksaanwijzing
5.1. In werking stelling
Controleer als eerste de elektrische voeding van het toestel en open vervolgens de
gaskraan.
In bedrijf stellen:
1. Druk de gele knop in en houd deze ingedrukt.
2. Ontsteek de waakvlam.
3. Houd, nadat de waakvlam is ontstoken, de knop nog ±20 seconden ingedrukt.
4. Laat de knop los.
5. Als de waakvlam niet blijft branden moet minstens 3 minuten worden gewacht alvorens
een nieuwe poging tot ontsteken wordt ondernomen.
Door de keuzeschakelaar in de stand "Branden" te zetten kunt u het toestel in werking
stellen.
Schakel de thermostaat/klimaatcomputer en/of de tijdklok in.
5.2. Verwarmen / Ventileren
Op de drupwaterdichte schakelkast van het toestel bevindt zich een schakelaar met drie
standen: "Ventileren", "Uit" en "Branden".
Bij inschakeling van het toestel begint de ventilator onmiddellijk te draaien.
In de stand "Branden" opent de gasklep en zal de waakvlam de hoofdbrander ontsteken.
Met het thermokoppel wordt gecontroleerd of de waakvlam brandt. Brandt de waakvlam
niet, sluit de gasklep.
De windvaan controleert of de ventilator draait. Alleen dan kan de gasklep openen.
In de stand "Ventileren" draait alleen de ventilator en opent de gasklep zich niet.