2.5.5
Alarmering en beveiliging
In geval van storing wordt dit aangegeven door de LED
"FAILURE". De aard van de storing wordt op het display
weergegeven en de generatorset wordt gestopt. Er zijn
drie beveiligingsfuncties: oliedruk, temperatuur van de
koelvloeistof van de motor en generatortemperatuur.
Indien de koelvloeistof wordt geblokkeerd of in geval van
een defecte koelvloeistofpomp treedt de beveiliging voor
een te hoge generatortemperatuur direct in werking. De
sensoren van deze beveiligingen zijn in de veilige modus
gesloten. Dit contact wordt in geval van een storing
onderbroken. Dit brengt met zich mee dat indien het
beveiligingssysteem
defect
onderbroken is, de generatorset niet kan werken. Het
systeem is dus intrinsiek veilig.
2.5.6
Bediening
De generatorset kan bediend worden met de druktoets
van
het
paneel
op
afstandsbediening. Door op de knop "Start" te drukken
wordt het systeem geactiveerd en gaat de startprocedure
beginnen. Men stopt de motor weer door op de knop
"Stop" te drukken; het elektrische systeem wordt dan
gedeactiveerd,
2.5.7
Afstandbediening
Alle verbindingen van de Digital Diesel Control unit naar
de afstandbediening worden gemaakt met een 8-aderige
communicatiekabel, voorzien van stekkers. 15 Meter kabel
wordt standaard meegeleverd. Eventueel kan een langere
kabel geleverd worden indien de standaardkabel niet lang
genoeg is. Een onbeperkt aantal afstandbedieningen kan
parallel worden geschakeld via de connectors aan de
achterzijde van de panelen. (Zie ook de installatie-
instructies.)
2.5.8
Urenteller
De afstandsbediening biedt verschillende telfuncties onder
andere ten behoeve van het onderhoud.
2.5.9
Belastingindicatie
Op
het
afstandsbedieningspaneel
aangesloten belasting aflezen, zowel op de display als
middels de "LED-balk". De belasting wordt gemeten met
behulp van meetspoelen op de generator.
2.5.10 Brandstof
Het is van het grootste belang dat de dieselbrandstof niet
vervuild is, geen water bevat en voldoet aan de
specificaties
die
aan
dieselmotoren gesteld worden..
NL / Whisper 6 Ultra voor mobiele toepassingen / December 2009 / Copyright © 2009 Mastervolt
is,
of
de
bedrading
de
generator
of
via
kan
men
het
gebruik
voor
moderne
2.5.11 Gegevens over de olie
1
Specificatie:
De olie moet wat levensduur betreft geschikt zijn voor
het aantal draaiuren dat in de onderhoudsinstructie
wordt vermeld. De smeerolie moet aan de volgende
eisen voldoen: API klasse CC, CD, CF of CF4.
Het is van het grootste belang om de juiste
olie te gebruiken. Vaak adviseren plaatselijke
olieleveranciers om een hogere klasse te
gebruiken dan hierboven is aangegeven,
onder het motto een hogere klasse is altijd
goed. DIT IS BESLIST ONJUIST! Men moet
deze adviezen beslist NIET opvolgen. Het
gebruik van verkeerde olie veroorzaakt een
verhoogd olieverbruik!.
de
2
Viscositeit van de olie:
Wij adviseren een multigrade smeerolie 15W40.
3
Oliecapaciteit:
De inhoud van het carter is 3.6 l. Inclusief de inhoud
van het oliefilter bevat de motor 4,1 l. Houd er
rekening mee dat er in de motor olie kan zijn
achtergebleven na het uitvoeren van testen in de
fabriek.
Controleer tijdens het vullen van de olie steeds het
oliepeil met behulp van de peilstok. Vul niet hoger dan
het aangegeven niveau. Te veel olie kan het
vermogen
veroorzaken..
4
Oliedruk
•
Stationair minimum: 98 kPa (1 kgf/cm²/14psi) (1
bar).
•
Bij 1500 rpm ±250 Kpa (2.5 kgf/cm2 - 35 71 psi)
(2.5 bar).
2.5.12 Koelvloeistof
Zowel de motor als de generator worden door middle van
de
koelvloeistof
koelsystemen is afhankelijk van de dimensionering van de
slangen en buizen naar de radiators en andere onderdelen
van het koelsysteem
Gebruik altijd koelvloeistof die de aluminium
onderdelen van het koelsysteem niet kan
aantasten.
koelvloeistoffen met verschillende chemische
samenstellingen, omdat dit kan leiden tot
klontering van de koelvloeistof. Ververs in
geval van twijfel alle koelvloeistof van het
koelsysteem.
nadelig
beïnvloeden
gekoeld.
De
inhoud
van
Gebruik
geen
INFORMATIE
en
schade
van
beide
mengsel
van
13