16
3.2 Stroomvoorziening (zie motortypeplaatje)
Optioneel kunnen de elektromotoren met behulp van een frequentieomvormer worden gere-
geld. Het maximum toerental op de waaier (zie ventilatortypeplaatje) niet overschrijden!
De ter plaatse voorhanden MSR moet een met NEN EN 60204-1 overeenstemmende bevei-
liging tegen overtoerental en de inachtneming van de technische standaard tegen elektrische
erosie waarborgen. De informatie van de fabrikanten van de frequentieomvormer en de motor
moet in acht worden genomen!
Lagerschade aan de motoren van frequentieomvormers die terug te voeren is op ontoereikende
maatregelen tijdens het bedrijf, vormen geen reden voor reclamatie.
Wij wijzen er uitdrukkelijk op dat indien blijkt dat de lagerschade aantoonbaar werd veroorzaakt
door lagerstromen, noch HLU noch de motorfabrikant aansprakelijk kunnen worden gesteld!
Een door lagerstromen uitgevallen lager is geen fout die terug te voeren is op een fout van de
fabrikant (productiefout).
Bij toepassing van meerdere motoren met een frequentieomvormer dienen tussen frequentie-
omvormer en motor op alle polen werkzame sinusfilters te worden gebruikt.
Worden er frequentieomvormers in Ex-omgevingen (zone 1) toegepast, moeten deze buiten
de Ex-omgeving worden geïnstalleerd en dienen er drukvast gekapselde motoren conform DIN
EN 60079-1 te worden gebruikt.
08.2022
Gebruikershandleiding
Radiaalventilatoren
HF R | RV | MRV
Alvorens de ventilator aan te sluiten controleert u de gegevens op
het typeplaatje van de elektromotor en dimensioneert u de besturing
dienovereenkomstig.
Bij een motorvermogen van ≥ 4 kW moet voor het opstarten van de
ventilator een ster-driehoek schakeling, softstarter of FO-regeling
worden toegepast, om de waaier en de motorlagers tegen vroegtijdi-
ge schade te beschermen.
Bij directe inschakeling of veelvuldig herstarten kunnen door de
torsiekrachten op de waaier beschadigingen of verhoogde slijtage
optreden.
www.hlu.eu