Inhoudsopgave
Advertenties
10
Radiaalventilatoren bestaan uit de hoofdbouwgroepen Ventilatorframe, behuizing, waaier en aan-
drijfmotor. Deze worden zowel met directaandrijving (waaier vliegend op de motoras geplaatst)
(behalve bij het type HF R ...-48 R) als met riemaandrijving (krachtoverdracht motor-V-riem-waai-
ers) geleverd.
De behuizingen van de typeserie HF R ...-15 / 17 D / R worden standaard uit polyethyleen
(PEs. RAL7036) gesinterd. De behuizingen van de andere typeseries worden als zelfdragende
constructie uit verschillende, op de betreffende gebruiksomstandigheden afgestemde thermoplas-
tische kunststoffen vervaardigd.. Deze zijn aan de zuigzijde van een behuizingsdeksel voorzien,
dat na demontage het in- of uitbouwen van de waaier mogelijk maakt. Bij de bouwseries RV 45 en
RV 63 tot bouwgrootte 355 worden bovendien naar keuze ook diepgetrokken behuizingen in PVC
en PPs toegepast. De behuizingen bestaan uit twee schalen, waarin de waaier voorafgaand aan
het lassen wordt ingebouwd. Uitbouwen van de waaier is hier niet mogelijk.
De behuizing is van een splinterbeveiliging voorzien, heeft op haar diepste punt een condensaat-
afvoerstomp en kan tevens met een revisieopening (optioneel) wordt uitgerust..
De waaier is statisch en dynamisch minimaal volgens G 6.3, conform DIN ISO 21940-11, uitge-
balanceerd. De trillingsgrenswaarden voldoen aan de norm ISO 14964. Als waaiermaterialen zijn
naast thermoplastische kunststoffen in afhankelijkheid van het toerental en overige procestech-
nische parameters diverse speciale materialen toegepast. Hoofdonderscheidingskenmerk van
de waaiers van deze bouwseries is hun verschillende beschoeping en de behuizingsgeometrie.
De maximaal toegestane toerentallen van de waaiers staan op het typeplaatje aangegeven. Dient
het toerental van de waaier worden te verhoogd, moet voorafgaand beslist eerst overleg worden
gepleegd met de fabrikant.
Bij ventilatoren voor het inzetgebied van de Ex-zone 1 worden zowel de behuizing als de waaier
van elektrisch afleidende kunststoffen vervaardigd.
Seriematig
ting. Bij de bouwserie HF R ...-13 D / R DS2 / DS3 is standaard een Kera afdichting
geïnstalleerd.
Het transportmedium wordt door de roterende waaier axiaal aangezogen en in de spiraalvor-
mig uitgevoerde behuizing radiaal naar de uitblaasstomp getransporteerd. In de waaier wordt de
toegevoerde energie in massastroom en een drukverhoging van het transportmedium omgezet.
2.2 Reglementair gebruik en inzetgebied
De ventilatoren zijn geschikt voor transport van agressieve, stofvrije, aerosolarme gassen en
schone lucht. Explosieve atmosfeer kan uitsluitend met voor die toepassing speciaal gecon-
strueerde ventilatoren worden getransporteerd. De toegestane gastemperaturen, voor de het
vaakst toegepaste kunststoffen bedragen in het algemeen:
bij PVC: 0 °C tot 50 °C,
bij PE, PE-FR (PEs) -20 °C tot 60 °C,
bij PP, PP-FR (PPs): 0 °C tot 70 °C,
en bij PVDF: -10 °C tot 100 °C.
Deze mogen niet worden over- of onderschreden.
Afhankelijk van de gassamenstelling en het waaiertoerental dienen deze temperatuurbereiken
telkens te worden gecontroleerd en zo nodig te worden ingeperkt. Bij bijzonder agressieve me-
dia moeten de reducties van geval tot geval gecontroleerd en vastgelegd worden.
De max. omgevingstemperatuur op de aandrijfmotor bedraagt 40 °C.
08.2022
krijgt
de
ventilator
Gebruikershandleiding
Radiaalventilatoren
HF R | RV | MRV
van
thermoplastische
kunststof
geen
asafdich-
www.hlu.eu
Advertenties
Inhoudsopgave
