Bediening doormeldvertraging
De vertraging geldt alleen voor de activering van doormelding (indien ingesteld)
als aan alle van de volgende voorwaarden is voldaan:
•
De vertraging is ingeschakeld
•
Het alarmactiverende apparaat (detector of handbrandmelder) wordt
geïnstalleerd in een automatische groep (of het alarmactiverende apparaat is
een detector die is geïnstalleerd in een gemengde groep)
•
Het alarmactiverende apparaat wordt geconfigureerd in een groep met
(standaard) ingestelde vertragingen
•
Er is geen ingang geactiveerd voor het annuleren van de doormeldvertraging
(indien ingesteld)
•
Ingangen die gebruikmaken van de functie vertragingen uit moeten niet actief
zijn
Als de vertraging niet is ingeschakeld, wordt direct na detectie van het
brandalarm door de centrale doormelding geactiveerd (indien ingesteld).
KFP-CF-serie Installatiehandleiding
Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
49