Displaycodes
Displaycode
Soort
Betekenis
–
Nefit Service Tool: servicetest duurt te lang of een cv-toe-
5Y
stelparameter is gewijzigd.
Er is onvoldoende ionisatiestroom gemeten na het ontste-
2,
6A
227
ken van de brander.
3
Er is een ionisatiestroom gemeten, voordat de brander is
6C
228
3
gestart.
Er is een ionisatiestroom gemeten, nadat de brander is ge-
3
6C
306
doofd.
Er is onvoldoende ionisatiestroom gemeten tijdens het
6L
229
2,
branden.
3
De netspanning is tijdens een vergrendelende storing on-
3
7C
231
derbroken geweest.
Er is een kortstondige onderbreking van de netspanning ge-
7H
328
2
weest.
De branderautomaat is defect.
7L
261
3
7L
280
3
De uitgevoerde lektest van de gasklep is mislukt.
8U
364
2
2
8U
365
Het externe schakelcontact is geopend.
8Y
232
De KIM is te nieuw voor de branderautomaat.
9A
235
3
De branderautomaat of de KIM is defect.
9H
237
3
3
9H
272
De contacten van het gasregelblok zijn onderbroken.
9L
234
3
De branderautomaat of de KIM is defect.
9L
238
3
9P
239
3
9U
233
3
De waterdruk is te hoog (> 5,7 bar) of de contacten van de
3
C0
288
druksensor zijn onderbroken.
De contacten van de druksensor zijn kortgesloten.
C0
289
3
De retourtemperatuursensor heeft een cv-retourtempera-
CA
286
3
tuur gemeten die hoger is dan 105 °C.
De contacten van de retourtemperatuursensor zijn kortge-
2,
CU
240
sloten.
3
De contacten van de retourtemperatuursensor zijn onder-
CY
241
3
broken.
Tabel 24 Displaycodes
TrendLine • 6720647480 (2012/09)
Oplossing
B Reset het cv-toestel.
B Controleer het cv-toestel op vervuiling.
B Controleer de dynamische gasvoordruk.
B Controleer de gas-luchtverhouding.
B Controleer de connectors van de ontstekingsunit.
B Controleer de ontsteking en de ionisatiestroom.
B Controleer de ontstekingsunit op beschadiging.
B Controleer de connector van de ionisatiepen.
B Controleer de ontstekingsunit op beschadiging en slijtage.
B Inspecteer het ionisatiegedeelte van de ontstekingsunit.
B Controleer of er na einde branderfase de gas-luchtverhouding gehandhaafd
blijft.
B Controleer of er na einde branderfase spanning op het gasregelblok blijft
staan.
B Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te ver-
vangen.
B Controleer de dynamische gasvoordruk.
B Controleer de bekabeling en de connector van de ionisatiepen.
B Controleer de ontstekingsunit op beschadiging en slijtage.
B Reset het cv-toestel.
B Controleer of de storing het gevolg kan zijn geweest door de aanwezigheid
van een aggregaat, windmolen of andere apperatuur die een onderbreking
kan veroorzaken.
B Controleer de elektrische installatie.
B Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
B Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te ver-
vangen.
Geen actie.
B Controleer de draadbrug op de aansluiting van het externe schakelcontact.
B Controleer het externe schakelcontact.
B Vervang de branderautomaat door één met de meest recente software. Op
de barcode van de branderautomaat staat de softwareversie vermeld.
B Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
B Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te ver-
vangen.
B Controleer de bekabeling en de connector van het gasregelblok.
B Controleer de werking van het cv-toestel door het gasregelblok te vervan-
gen.
B Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
B Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te ver-
vangen.
B Controleer de cv-waterdruk (< 3 bar).
B Controleer de connector van de druksensor.
B Controleer de werking van de druksensor.
B Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
B Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
B Controleer de bekabeling en de connector van de retourtemperatuursen-
sor.
B Controleer de werking van de retourtemperatuursensor.
11
1)
1)
1)
1)
1)
1)
31